Wet Veiligheidsregio’s, artikel 14

a. Een beschrijving van de beoogde operationele prestaties van de diensten en organisaties van de veiligheidsregio, en van de politie, alsmede van de gemeenten in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing.

  • Voor de crisisbeheersing wordt de inrichting, verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden van de crisisorganisatie vastgelegd in het regionaal crisisplan VrAA 2021-2024.
  • Voor de incidentbestrijding worden de operationele prestaties van BAA vastgelegd in het Dekkingsplan BAA 2021-2024.

b. Een uitwerking, met inachtneming van de omstandigheden in de betrokken veiligheidsregio’s, van door onze minister vastgestelde landelijke doelstellingen als bedoeld in artikel 37.

  • De dossiers van de strategische agenda Veiligheidsberaad zijn integraal in de programma’s van dit beleidsplan opgenomen: taak- en rolopvatting veiligheidsregio’s in relatie tot evaluatie Wet veiligheidsregio’s (Crisisbeheersing), kansen en bedreigingen van de informatie- en data-gestuurde maatschappij (Informatiegestuurde veiligheid), gezamenlijke aanpak bij ongekende crises (Crisisbeheersing), vrijwilligheid (Verbrede en veilige inzet).
  • In elke van de vakraden van de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV), Incidentbestrijding, Brandveiligheid, Leren en ontwikkelen, Risico- en crisisbeheersing, Bedrijfsvoering, is een lid van ons Managementteam vertegenwoordigd. De vakraden besluiten over de aanpak van landelijke samenwerking op vraagstukken die het vakgebied raken en sturen landelijke projecten en programma’s aan. Onze directeur/commandant is voorzitter van de RCDV.

c. Een informatieparagraaf waarin een beschrijving wordt gegeven van de informatievoorziening binnen en tussen de onder a bedoelde diensten en organisaties.

  • De ontwikkeling van de informatiepositie van VrAA en de informatievoorziening maakt integraal onderdeel uit van dit beleidsplan (programma informatiegestuurde veiligheid). De ontwikkeling is gebaseerd op de gedachte van informatieknooppunten, het delen van kennis en ervaring en daarop verder bouwen.

d. Een oefenbeleidsplan.

  • Het oefenbeleidsplan maakt integraal onderdeel uit van het programma Crisisbeheersing.

e. Een beschrijving van de niet-wettelijke adviesfunctie, bedoeld in artikel 10, onder b.

  • In het programma Veilige Leefomgeving zijn de niet-wettelijke taken op hoofdlijnen opgenomen. Hieronder volgt een uitwerking.
    • Het participeren en adviseren bij de ontwikkeling van de omgevingsvisies, omgevingsverordening en omgevingsplannen;
    • Het adviseren over ruimtelijke plannen op basis van drie pijlers (zie programma Veilige Leefomgeving).
    • Adviseren over omgevingsveiligheid in relatie tot gevaarlijke stoffen;
    • Het toetsen van evenementenvergunningen op brandveiligheid;
    • Het toetsen van omgevingsvergunningen voor wat betreft het onderdeel en bouw en gebruik;
    • Het toetsen van het programma van eisen of uitgangspuntendocument van brandveiligheidsinstallaties op de daarvoor geldende normen;
    • Het op verzoek uitvoeren van toezicht op de (brand)veiligheidsaspecten van de omgevingsvergunning activiteit bouwen en activiteiten brandveilig gebruik;
    • Middels het programma (Brand)veilig Leven stimuleren van bewustzijnsbevordering en gedragsverandering, zelf- en samenredzaamheid van gebruikers;
    • Het stimuleren van het bewustzijn en het verhogen van de eigen verantwoordelijkheid van gebouweigenaren over de mate van brandveiligheid.

f. De voor de brandweer geldende opkomsttijden en een beschrijving van de aanwezigheid van brandweerposten in de gemeenten, alsmede de overige voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om daaraan te voldoen.

  • De operationele prestaties van BAA, waaronder de opkomsttijden, een beschrijving van de kazernes en maatregelen ter verbetering van de prestaties, worden vastgelegd in het Dekkingsplan BAA 2021-2024.