Samenwerken met hulpdiensten

De multidisciplinaire crisisorganisatie is per definitie een samenwerkingsverband van meerdere organisaties. De hulpverleningsdiensten politie, brandweer en ambulance (bij grootschalige incidenten en crises vertegenwoordigd door de GHOR) vormen het hart van de crisisorganisatie. Deze wordt aangevuld met de meldkamer en de gemeenten van de regio. Coördinatie op de gemeentelijke processen is belegd bij Bevolkingszorg, gecoördineerd door de veiligheidsregio. Op tactisch en strategisch niveau vallen ook de gemeenten (Openbare orde & veiligheid) en het Openbaar Ministerie onder de organisaties die standaard in de crisisorganisatie worden betrokken.

De meest voorkomende taken tijdens acute crisis zijn onderverdeeld in crisis-processen3. Deze zijn verdeeld over de hulpverleningsorganisaties, gemeenten en de veiligheidsregio. De organisaties zijn verantwoordelijk voor de initiatie of uitvoering van het proces, maar kunnen dit ook beleggen bij andere organisaties.

Samenwerking met crisispartners uit functionele keten

Crises kunnen het gevolg zijn van verstoringen van vitale processen en diensten voor de maatschappij, zoals elektriciteit, drinkwater of telecommunicatie. In dit geval hebben organisaties uit de zogenoemde functionele keten hun eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen specifieke ketens. De aansturing van functionele ketens ligt veelal op nationaal (minister), Europees of internationaal niveau van crisismanagement. Tegelijkertijd worden deze ketens tijdens crisis ook laagdrempelig vertegenwoordigd bij de regionale crisisorganisatie, vanuit hun dagelijkse taakstelling en bevoegdheden.

Bij een verstoring zijn de organisaties uit de functionele ketens primair zelf aan zet. Wanneer er impact is of dreigt op de fysieke veiligheid of publieke gezondheid, dan zal samenwerking nodig zijn tussen de beide (crisis)organisaties. Uitwisseling van liaisons, leidinggevenden en/of Rijksheren in de verschillende crisisteams zijn hiervoor het primaire mechanisme. Dit Crisisplan beschrijft niet alle crisisprocessen en bevoegdheden van crisispartners uit de functionele keten. Hierin voorzien de landelijke bestuurlijke netwerkkaarten en de regionale operationele planvorming.

Als dat een organisatie uit de functionele keten zelf aan zet is, kan deze de ondersteuning van de veiligheidsregio inroepen. Door de veiligheidsregio vroegtijdig te betrekken kan deze een eigen analyse maken en maatregelen voorbereiden om effecten van de primaire verstoring te beperken. De veiligheidsregio kan dergelijke gevallen ook haar expertise op het gebied van leiding & coördinatie en informatiemanagement inzetten om de crisispartners te assisteren.

Samenwerking met politie en veiligheidsdriehoek

Een specifiek veiligheidsterrein is openbare orde en rechtsorde. De verantwoorde-lijkheid voor de handhaving van de openbare orde en rechtsorde is belegd bij de burgemeester en de Hoofdofficier van Justitie. Zij vormen samen met de politiechef de driehoek. Voor de aanpak van verstoringen op het terrein van openbare orde en rechtsorde zijn specifieke sturingslijnen afgesproken.

Indien de verstoring van de openbare orde of rechtsorde effect heeft of (dreigt) te hebben op de fysieke veiligheid, kan de burgemeester besluiten om (een deel van) de crisisorganisatie van de veiligheidsregio bijeen te roepen voor advies en afstemming. Onderdelen van de crisisorganisatie kunnen dan, op aanvraag van het bevoegd gezag, ondersteunen. De driehoek behoudt zijn eigenstandige rol.

Daarnaast is het van belang dat de hulpdiensten (brandweer, ambulance) zich kunnen voorbereiden op een veilige inzet indien de situatie escaleert naar fysieke onveiligheid. Voorbereiding op en de inzet zelf kan eventueel betrokkenheid van de crisisorganisatie vereisen. De inzet van de crisisorganisatie heeft in dit geval geen gevolgen voor bestaande sturingslijnen. Voor goede afstemming tussen de betrokken leidinggevenden van politie en gemeente en de crisisorganisatie van de veiligheidsregio zijn aanvullende afspraken4 gemaakt.

De driehoek is altijd onderdeel van het (Regionaal) Beleidsteam als deze bij elkaar komt. Als de informatie zodanig vertrouwelijk is dat de driehoek deze niet kan delen met de andere leden van het Beleidsteam, dan kan de driehoek in een aparte setting bij elkaar komen. De driehoek koppelt daarna waar mogelijk informatie terug over maatregelen en/of mogelijke gevolgen wanneer dit essentieel is voor het uitvoeren van de taken van het (Regionaal) Beleidsteam.

Bovenregionaal crisismanagement

Indien een crisis bovenregionale effecten heeft, is het noodzakelijk om de crisisaanpak vanuit meerdere regio’s te coördineren. Dat gebeurt in dat geval op zowel tactisch-operationeel als strategisch niveau van crisismanagement. In 2024 heeft het Veiligheidsberaad een aanpak vastgesteld om deze bovenregionale coördinatie in te richten.

Indien bestuurlijke coördinatie nodig is op de crisisaanpak bij meerdere veiligheidsregio’s, dan komen de voorzitters van de betrokken veiligheidsregio’s bij elkaar in een Interregionaal Beleidsteam (IRBT).

“Afweging van belangen, ook met de andere bevoegde gezagen, vindt primair plaats in de afzonderlijke Regionale Beleidsteams (RBT’s) en de voorzitters nemen de afgewogen standpunten mee naar het IRBT. Na afstemming in het IRBT bekrachtigen de betrokken voorzitters veiligheidsregio het (bovenregionaal gelijkluidend) besluit in hun eigen RBT.” 5

Op operationeel-tactisch niveau is de coördinatie op de bovenregionale afstemming belegd bij de Operationeel Leiders (OL) van betrokken regio’s. Afstemming kan laagdrempelig ingevuld worden door telefonisch contact of meer gestructureerd via een landelijk overleg gefaciliteerd door het Landelijk Operationeel Coördinatiecentrum (LOCC).

Voor de coördinatie op bovenregionale samenwerking is in de eerste plaats de OL van het brongebied verantwoordelijk. Eventueel kan hiervoor een aanvullende OL van het brongebied worden aangewezen. De OL in de coördinerende rol neemt geen taken of bevoegdheden over van de andere betrokken OL’s.

Nationaal crisismanagement

Indien een crisis nationale belangen raakt wordt de crisisaanpak geleid vanuit het landelijk crisisstelsel van de Rijksoverheid. Dit stelsel is van toepassing indien de nationale veiligheid in het geding dreigt te komen of is, waarbij de crisis een grote mate van maatschappelijke impact (kan) heeft. In dergelijke gevallen draagt de rijksoverheid op politiek-bestuurlijk niveau zorg voor coördinatie en besluitvorming over maatregelen en voorzieningen die getroffen moeten worden.

Specifiek zijn de Ministeriële Commissie Crisisbeheersing (MCCb) en Inter-departementale Commissie Crisisbeheersing (ICCb) sleuteloverleggen in dit stelsel. Deze crisisoverleggen worden voorbereid door het Interdepartementaal Afstemmingsoverleg (IAO). De veiligheidsregio’s kunnen ofwel uitgenodigd worden om deel te nemen aan deze teams of hun informatie via het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) ontvangen. De bovenstaande werkwijze is beschreven in het Nationaal Handboek Crisisbeheersing van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en Ministerie van Justitie en Veiligheid.

3 Hier wordt verwezen naar het document met uitleg over de crisisprocessen van de VrAA
4 De samenwerkingsafspraken zijn te vinden in het Handboek Leiding & coördinatie VrAA (2025)
5 Citaat komt uit de Procedure IRBT van het Veiligheidsberaad (2024)