De basis van de crisisorganisatie ligt in vijf multidisciplinaire crisisprocessen. Door uitvoering te geven aan deze processen worden de crisis- en netwerkpartners in staat gesteld om adequaat en gezamenlijk de crisisaanpak uit te voeren.
Crisispartners die standaard deel uit maken van de crisisteams uit de hoofdstructuur hebben hun processen in monodisciplinaire deelplannen beschreven die voortbouwen op het Crisisplan. Crisisfunctionarissen die deelnemen aan de multidisciplinaire crisisteams voldoen aan de geldende (landelijke) eisen zoals certificering en opleidingen die gelden voor het uitvoeren van hun taak in de crisisteams. Voorbeeld van regelgeving is het Besluit Personeel veiligheidsregio’s, o.a. artikel 2 en artikel 12.

Leiding & coördinatie
Doel
Het multidisciplinaire proces van leiding & coördinatie omvat het creëren van een zo optimaal mogelijke aanpak van een incident of crisis door een effectieve organisatie van de crisis, netwerkvorming, aansturing en besluitvorming.
Prestatie-eisen
- Zorgen dat er heldere kaders zijn voor de crisisaanpak in de vorm van strategische beleidsdoelen, uitgangspunten en (eventuele) toleranties voor optreden.
- Zorgen dat de informatiebasis voor besluitvorming toereikend is.
- Zorgen dat er heldere besluiten worden genomen en dat deze worden vastgelegd, gedeeld en worden uitgevoerd en de uitvoering wordt bewaakt.
- Zorgen voor de inrichting en continuïteit van de crisisorganisatie.
Werkwijze
- Om eenduidige en duidelijke verdeling van taken tussen crisisteams en crisispartners te bewerkstelligen is een goed Commanders intent cruciaal. Dit is een scherpe beschrijving van de taken en verantwoordelijkheden van elk crisisteam, die duidelijk maakt waar de crisisorganisatie wel of niet over gaat. Verantwoordelijkheid voor het opstellen van het Commanders intent ligt bij leidinggevenden van de crisisteams.
- Het formuleren van strategische uitgangspunten helpt bij dilemma’s om de consistentie in de crisisaanpak te houden. Een aantal basis uitgangspunten is al van tevoren vastgesteld (zie hoofdstuk 2), het is aan het strategisch niveau van crisismanagement om deze aan te passen aan de crisissituatie. Scherpte in het vooruitdenken wordt aangebracht door scenariodenken.
- Door scenariodenken kunnen omstandigheden in de nabije toekomst beter worden begrepen en voorbereid via maatregelen, zodat de crisisorganisatie minder snel verrast wordt. Hiervoor zijn standaard-werkwijzen scenariodenken voorbereid voor de crisisorganisatie.
Functies bevoegd gezag
Leiding en coördinatie is belegd bij het bevoegd gezag:
- De Voorzitter van de Veiligheidsregio is op basis van artikel 39 Wvr bij crisis in meerdere gemeenten verantwoordelijk voor de openbare orde en crisisbeheersing.
- De burgemeester is bevoegd gezag voor de openbare orde (Gemeentewet) en crisisbeheersing.
- De Hoofdofficier van Justitie is conform de Wvr verantwoordelijk voor de rechtsorde.
- Bevoegd gezag kan ook liggen binnen de functionele ketens, met eigen sectorale bevoegdheden.
Leidinggevende crisis-functionarissen
- De Operationeel Leider is door het bestuur van de veiligheidsregio aangewezen om de inrichting en coördinatie van de crisisorganisatie en de crisisaanpak op te pakken en relevante maatregelen en voorzieningen te nemen. Op basis van deze aanwijzing is de Operationeel Leider verantwoordelijk voor de inrichting en opschaling van de crisisorganisatie en aanspreekpunt voor crisis- en ketenpartners. De OL legt verantwoordelijkheid af aan het bevoegd gezag.
- De Leider CoPI coördineert het multidisciplinair overleg in het Commando Plaats Incident en zorgt voor een gezamenlijke focus in de operationele aanpak van de crisis. De Leider CoPI legt verantwoordelijkheid af aan de OL.
- De Calamiteitencoördinator (CaCo) is verantwoordelijk voor coördinatie op het multidisciplinaire proces Melding en alarmering op de meldkamer en voor de uitvoering van het proces Opschaling en inrichting crisisorganisatie. De CaCo legt tijdens crisis verantwoordelijkheid af aan de OL.
Verwijzing
Wet- en regelgeving, o.a. Wet Veiligheidsregio’s en Besluit Veiligheidsregio’s.
- Handboek Leiding & coördinatie VrAA (2025).

Multidisciplinair informatiemanagement
Doel
Het multidisciplinaire proces van melding en alarmering omvat het:
- Zorgdragen voor de juiste operationele, tactische en strategische informatie.
- Tijdig en in de juiste vorm, aan de juiste personen, crisisteams en binnen het juiste netwerk beschikbaar te stellen van deze informatie;
- Ten behoeve van het (voorbereidend) crisismanagement.
In de fase voorafgaand aan een crisissituatie of in een sluimerende crisisfase is het multidisciplinair informatieproces belegt bij het Veiligheidsinformatie Knooppunt Crisisbeheersing (VIK).
Prestatie-eisen
Indien is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering geeft de meldkamer, op grond van de beschikbare gegevens, een zo volledig mogelijke beschrijving van het incident aan de onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding en crisisbeheersing en aan andere functionarissen of eenheden. Dit gebeurd binnen
5 minuten. Ook in de voorfase en tijdens het verdere vervolg van een incident moet een tijdig en actueel en gedeeld veiligheidsbeeld beschikbaar zijn.
Werkwijze
Multidisciplinair informatiemanagement is een ondersteunend proces aan het proces leiding & coördinatie en daarmee cruciaal voor de aanpak van een incident of crisis. Elk (dreigend) incident of crises start met gezamenlijke beeldvorming op basis van een eenduidig systeem (landelijk crisismanagement systeem) waarin crisisteams en crisis- en ketenpartners op aansluiten. Dit wordt netcentrisch crisismanagement genoemd.
In het Handboek multidisciplinair informatiemanagement VRAA (2024) zijn de werkwijzen en rolverdeling tussen functionarissen uitgewerkt. Ook de relatie met de informatieorganisaties van crisis- en ketenpartners staat hierin beschreven. Het Handboek Veiligheidsinformatieknooppunt beschrijft de werkwijze, de rolverdeling tussen verschillende functionarissen van het informatiemanagement proces in de risico- en dreigingsfase en de link / overdracht naar de crisisorganisatie.
Functionarissen multidisciplinair informatie-management
- De Informatiemanagers CoPI en ROT zijn verantwoordelijk voor het proces van multidisciplinair informatiemanagement. De IM ROT heeft een rol bij sluimerende crises en meer tactisch crisismanagement, de IM CoPI heeft een rol bij multidisciplinair informatiemanagement bij plaatsgebonden incidenten en/of crises met inzet op operationeel niveau.
- Zij worden in hun proces ondersteund door informatiecoördinatoren en geografisch informatiemedewerker voor een tekstueel en geografisch informatiebeeld die samen het actueel totaalbeeld van de situatie vormen.
Functionarissen VIK-Crisisbeheersing
- De Calamiteitencoördinator op de meldkamer is in de informatiemanagement-rol verantwoordelijk voor het actueel veiligheidsbeeld, signaleren van afwijkingen en risico’s en is de front-office voor crisis- en ketenpartners.
- De VIK-Crisisadviseur is verantwoordelijk voor monitoring sluimerende crises, bewaakt de kwaliteit van het veiligheidsbeeld en is sparringpartner van de CaCo.
Verwijzing
Wet- en regelgeving, o.a. Wet Veiligheidsregio’s en Besluit Veiligheidsregio’s
- Handboek Multidisciplinair Informatiemanagement (2025)
- Handboek Veiligheidsinformatie Knooppunt Crisisbeheersing (2025)

Crisiscommunicatie
Doel
Crisiscommunicatie is communicatie die invulling geeft aan de informatiebehoefte bij maatschappelijke onrust zoals een crisis. Doelstellingen zijn:
- Informatievoorziening: wat is er aan de hand?
- Informeren over de dreiging en/of gevaren en de maatregelen die de overheid treft.
- Betekenisgeving: wat betekent deze crisis?
- Schadebeperking: wat moet of kan de burger doen?
- Het bieden van een handelingsperspectief om de impact of schade van een gebeurtenis te beperken.
Prestatie-eisen
Tijdseisen:
Binnen 30 minuten na de melding/opschaling staat een eerste bericht (‘hold statement’) online en op sociale media-kanalen.
Producten:
- Media-analyses.
- Communicatiestrategie.
- Regelmatige updates via een online liveblog en berichten op sociale media-kanalen.
- Perswoordvoering.
- Afhankelijk van de gekozen strategie de inzet van andere communicatiemiddelen zoals een persconferentie, bewonersbrief, NL-alert etc.
Werkwijze
Communicatie neemt deel aan de multidisciplinaire overleggen: de woordvoerder CoPI zit aan bij het CoPI, en bij het ROT en BT sluit een communicatieadviseur aan.
Het RAC Communicatie ondersteunt de communicatieadviseur ROT/BT en zorgt voor de uitvoering van de vastgestelde communicatiestrategie.
Functionarissen proces Crisis-communicatie
Belangrijke crisisfunctionarissen binnen het proces multidisciplinaire crisiscommunicatie zijn:
- Communicatieadviseur CoPI: verantwoordelijk voor operationele crisiscommunicatie en woordvoering ter plaatse aan media. De communicatieadviseur CoPI stemt daarbij af met woordvoering andere crisis- en ketenpartners zoals van politie.
- Communicatieadviseur ROT: neemt deel aan het regionaal operationeel team en is de expert die de operationeel leider en het ROT adviseert over de communicatiestrategie. Deze persoon stelt een aanpak voor de crisiscommunicatie voor, inclusief kernboodschappen, kanalen en timing en zorgt ervoor dat deze is afgestemd op het publiek en de situatie. Hij of zij houdt ook rekening met maatschappelijke sentimenten en desinformatie en biedt inzicht in mogelijke communicatierisico’s.
- Communicatieadviseur BT: neemt deel aan het bestuurlijk team en adviseert de bestuurder en de voorzitter van veiligheidsregio op strategisch niveau (doelen, duiding, inzet burgemeester).
- Regionaal Actiecentrum Communicatie: onder leiding van het hoofd RAC zorgt het regionaal actiecentrum voor uitvoering van de communicatiestrategie zoals vastgesteld in het ROT. In het RAC zijn verschillende communicatiedisciplines vertegenwoordigd, zoals communicatieadvies, contentbeheer, media-analisten en perswoordvoering.
Besluitvorming: de operationeel leider in het OT is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het crisismanagement, waaronder de communicatiestrategie. De operationeel leider geeft uiteindelijk goedkeuring aan de communicatiestrategie en zorgt voor de integratie ervan binnen de gehele crisissituatie.
Verwijzing
Wet- en regelgeving, o.a. Wet Veiligheidsregio’s en Besluit Veiligheidsregio’s
(Wvr; art. 7 en 39) en Beleidsplan Crisiscommunicatie Crisisbeheersing VRAA (2025).

Melding en alarmering
Doel
Het multidisciplinaire proces van melding en alarmering omvat het:
- Verkrijgen, verifiëren en combineren van de essentiële gegevens van een afwijking in het veiligheidsbeeld of (dreigende) crisis;
- Beoordelen van die gegevens en die vertalen naar een concrete hulpbehoefte, inzetbehoefte en organisatievorm;
- Zo snel en effectief mogelijk beschikbaar maken van hulp, inzet en organisatie.
Prestatie-eisen
Conform Besluit Veiligheidsregio’s, zijnde binnen twee minuten nadat is voldaan aan de criteria voor grootschalige alarmering bij een acute crisis, begint de meldkamer met de alarmering van de onderdelen van de hoofdstructuur.
Werkwijze
Voor het proces melding en alarmering wordt het onderscheid gemaakt tussen de acute en sluimerende fases in crisismanagement.
- Bij acute crisis ontvangt de meldkamer meldingen en heeft tot taak onderdelen van de crisisorganisatie te alarmeren. Dit kunnen afzonderlijke multidisciplinaire crisisfunctionarissen zijn of gehele crisisteams uit de hoofdstructuur. Voor robuuste alarmering waarin snelheid prioriteit heeft wordt de GRIP-alarmeringsmethodiek gebruikt. De Calamiteitencoördinator heeft bij acute incidenten de coördinerende verantwoordelijkheid voor de alarmering van de juiste crisisteams.
- Bij sluimerende crises zijn functionarissen van het Veiligheidsknooppunt Crisisbeheersing verantwoordelijk voor de veiligheidsbeeldanalyse. Dit informatieproduct, opgebouwd uit risico’s, feiten en netwerkanalyse wordt voorgelegd de Operationeel Leider. De OL bepaalt welke verdere functionarissen aan dienen te sluiten voor de vervolgactiviteiten.
Functionarissen
- Verantwoordelijkheid voor aannemen van meldingen en alarmering van de juiste functionarissen zijn de operationele diensten op de Gemeenschappelijke Meldkamer Amsterdam / Operationeel Centrum. De Calamiteitencoördinator heeft een coördinerende rol indien het een (dreigend) grootschalig incident of crisis betreft.
Verwijzing
Wet- en regelgeving, o.a. Wet Veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s
- Protocollen Operationeel Centrum en Meldkamer Amsterdam

Opschalen en inrichten crisisorganisatie
Doel
Het multidisciplinaire proces opschaling en inrichting crisisorganisatie omvat:
- Inrichten van een relevante crisisorganisatie bestaande uit de functionarissen en/of teams uit de hoofdstructuur en relevante crisispartners die past bij het type crisis of gebeurtenis.
- Het (her)beoordelen van het coördinatie- en organisatiewijze om aan te blijven sluiten op de ontwikkelingen in de crisis.
- Faciliteren van zorgvuldig proces van overdracht naar de nafase.
Prestatie-eisen
Bij acute crisis zijn het Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheidsregio’s de basis voor de bevoegdheden per coördinatieniveau. Bij niet acute crisis is de Operationeel Leider verantwoordelijk voor de wijze waarop de crisisorganisatie wordt ingericht om de gebeurtenis voor te bereiden.
Werkwijze en functionarissen
Bij de inrichting van de crisisorganisatie en de bijbehorende opschaling wordt een onderscheid gemaakt tussen een acuut incident en sluimerende crisis.
- Bij acute crisis wordt vertrouwd op de robuuste opschaling via de geldende GRIP-opschalingsprocedures. Na eerste opschaling via de GRIP-regeling wordt de crisisorganisatie aan de omstandigheden aangepast, bijvoorbeeld door verdere opschaling toevoeging van crisispartners. Per niveau van crisismanagement zijn specifieke functionarissen bevoegd tot opschaling.
- Indien mogelijk wordt bij opschaling naar GRIP3 ruimte gehouden voor een goede voorbereiding door het Regionaal Operationeel Team. Bij een directe opschaling naar GRIP2 en hoger zullen naast ook de multidisciplinaire crisisteams ook de monodisciplinaire actiecentra van de crisisteams opkomen.
- Bij een sluimerend of niet-acuut incident kan de veiligheidsbeeldanalyse vanuit het VIK-Crisisbeheersing voor de Operationeel Leider aanleiding geven om (preventief) een crisisorganisatie in te richten. De OL kan hierbij, na afstemming met bijvoorbeeld externe crisispartners of gemeenten, kiezen om direct een team uit de hoofdstructuur in te zetten (bijvoorbeeld ROT met standaardbezetting) of eerst een verkenning te doen in een Afstemmingsoverleg of Pre-ROT, zoals beschreven in Hoofdstuk 4.2.
Zodra de doelstelling van de crisisorganisatie is bereikt, dient nagedacht te worden over ordentelijke afschaling. Ordentelijke afschaling is bereikt als de verdere effecten goed zijn belegd en de eigenaren van de effecten een goed beeld van de situatie hebben en zijn geëquipeerd om de effecten te beheersen. Indien nodig kan het gemeentelijk proces Nafase geactiveerd worden (zie hoofdstuk 4.4) om het nafase traject na afschaling goed te organiseren.
Verwijzing
Wet- en regelgeving, o.a. Wet Veiligheidsregio’s en Besluit veiligheidsregio’s.