Beste lezer,

Voor u ligt het Dekkingsplan 2025-2025 van Brandweer Amsterdam-Amstelland. In dit plan beschrijven wij onze operationele prestaties, de taken die wij uitvoeren en de middelen die we daarvoor inzetten. De brandweerzorg in onze regio leveren we op basis van onze kernwaarden: Behulpzaam, Deskundig en Daadkrachtig aan de ruim
1 miljoen inwoners, bedrijven en bezoekers in onze Veiligheidsregio.

Dit plan markeert een belangrijke stap in onze voortdurende inspanningen om brandweerzorg te bieden die aansluit bij de dynamische en complexe risico’s in onze regio. Onze regio, die gekenmerkt wordt door een groeiende bevolking, verstedelijking, verdichting en diverse economische activiteiten, stelt ons dagelijks voor nieuwe uitdagingen. Dit dekkingsplan biedt de strategische kaders en operationele richtlijnen waarlangs we de brandweerzorg organiseren.

Een belangrijke pijler van de brandweerzorg is de risicogerichte benadering. We stemmen onze brandweerzorg af op de specifieke risico’s in de regio, variërend van hoogbouw en ondergrondse structuren tot industriële gebieden, oude stadskernen en sierteeltsector. Door een gerichte inzet van mensen en middelen, streven we ernaar om de veiligheid van onze inwoners optimaal te waarborgen. Als brandweer groeien we toe naar een adaptieve en wendbare hulpverleningsorganisatie en een efficiënte en effectieve respons.

De uitdagingen waar we voor staan, zoals klimaatverandering, energietransitie, verstedelijking en een vergrijzende bevolking, vragen om voortdurende aanpassing en verbetering van de brandweerzorg. Daarom richten we ons ook op de integratie van preventie en repressie, en investeren we in de uitwisselbaarheid van ons personeel en de modernisering van onze faciliteiten. Het onderzoek naar de ontwikkeling van een veiligheidscentrum op IJburg en de doorlopende focus op een gezonde en veilige werkomgeving voor onze brandweerprofessionals zijn hier concrete uitingen van.
Dit dekkingsplan is niet alleen een strategisch document, maar ook een uitnodiging aan al onze medewerkers en partners om samen te blijven werken aan een veilige en veerkrachtige regio. Het is onze gezamenlijke taak om voorbereid te zijn op de toekomst en om de brandweerzorg continu te verbeteren.

Ik dank alle betrokkenen voor hun inzet en betrokkenheid bij het opstellen van dit plan en zie uit naar de verdere samenwerking in de komende jaren.

Tijs van Lieshout
Commandant Brandweer Amsterdam-Amstelland
Directeur Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Terug naar boven

In dit Dekkingsplan 2025-2028 beschrijven wij, Brandweer Amsterdam-Amstelland (BAA), hoe wij in de aankomende jaren met ons brandweerwerk inspelen op de snel veranderende omgeving. Dat doen wij door steeds meer risicogerichte en passende brandweerzorg te leveren. Of anders gezegd: brandweerzorg op maat. Het samenspel tussen het voorkomen van brand en het bestrijden ervan staat daarbij meer dan ooit centraal. Dit plan is ontwikkeld vanuit een landelijke uniforme methode.

Uitdagende regio

De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland heeft ruim één miljoen inwoners. De regio kent een hoge bevolkingsdichtheid en er is sprake van vergrijzing. Er zijn diverse economische activiteiten die effect hebben op onze brandweerzorg. Denk daarbij aan bijvoorbeeld industrie en massatoerisme. De regio groeit. Deze groei en de veranderingen in de samenleving leiden tot veranderende veiligheidsrisico’s in onze regio. Denk aan de impact van klimaatverandering, energietransitie, digitalisering, en verdere verstedelijking en verdichting van de regio. Al deze risico’s hebben we beschreven in ons Regionaal Risicoprofiel.

De regionale brandweerzorg

Om de brandweerzorg aan te laten sluiten bij de risico’s en hulpvraag in de regio hanteren wij een risicogerichte aanpak. Hierbij maken wij onze brandweerzorg inzichtelijk aan de hand van gebiedsgerichte opkomsttijden. We kijken daarbij naar de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk. Hierbij is uiteraard aandacht voor specifieke risicogebieden zoals de oude binnenstad, industriële zones, en gebieden met hoogbouw en portiekwoningen.

Onze organisatie

Wij opereren vanuit 19 kazernes: zes vrijwillige, één gecombineerde en 11 beroepskazernes, aangevuld met de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA) in het Westelijk Havengebied.

Uitdagingen vragen om flexibiliteit

We kampen met een verminderde beschikbaarheid van brandweerprofessionals. Dat komt voornamelijk door hoog ziekteverzuim en een krappe arbeidsmarkt. We zetten daarom in op flexibilisering en modernisering van onze organisatie. Zo bieden we de verminderde beschikbaarheid van (vrijwillige) brandweerprofessionals en de veranderende risico’s het hoofd. Dat doen we door bijvoorbeeld de uitrol van het programma ‘Uitruk op Maat’ en de inzet van slimme pagers (met terugmelding). Maar ook door zogenoemde springbezettingen. Daarbij kan één bemanning verschillende voertuigen bemannen. Zo kunnen we makkelijker de hulpverlening leveren die een situatie nodig heeft.

Specialistische kennis en specifieke voorbereidingen

In dit Dekkingsplan beschrijven we ons antwoord op deze ontwikkelingen. Om te beginnen werken we aan nog meer specialistische kennis en training. Incidenten zoals complexe branden in hoogbouw en ondergrondse structuren vragen om specifieke voorbereidingen. Daar gaan we mee aan de slag. Daarnaast spelen veranderingen in infrastructuur, zoals renovaties van bruggen en kademuren, een rol bij de bereikbaarheid van incidentlocaties. Daarover zijn we in nauw overleg met onze gemeenten.

Basisbrandweerzorg op orde, maar aandacht blijft nodig

Onze basisbrandweerzorg voldoet op dit moment in basis aan de geldende normen. De eerst tankautospuit is na een melding van gebouwbrand over het algemeen op tijd ter plaatse, met een norm van zeven tot 15 minuten (afhankelijk van de gebiedscategorie). De slagkracht is op orde en de regionale capaciteit voor grootschalige en langdurige inzetten voldoet aan het landelijke slagkrachtprofiel. Met de huidige verdeling van kazernes over onze regio, het aantal eenheden en onze organisatievorm kunnen wij passende brandweerzorg leveren. Daarom zijn op dit moment geen ingrijpende maatregelen nodig.

Maar, er is blijvend aandacht nodig voor de paraatheid. Zeker als we kijken naar de groei en veranderingen in de regio. Zo blijken er op IJburg overschrijdingen van de normen van maximaal twee minuten. We onderzoeken daarom de mogelijkheden voor een veiligheidscentrum in deze wijk. Ook zetten we hier in op wijkgerichte preventie.

Beschikbaarheid personeel maakt kwetsbaar

De capaciteit in de regio is in basis voldoende. We hebben genoeg mensen en materieel om snel en effectief te reageren op incidenten. Maar onze paraatheid is kwetsbaar door personeelstekorten en vooral het hoge ziekteverzuim. Dit leidt soms tot het buiten dienst stellen van voertuigen. Door effectieve maatregelen lukt het ons nu nog wel de paraatheid op peil te houden, maar dit kost veel inspanning.

Versterken van samenwerking en innovatie

Samenwerken maakt sterker. Daarom zetten wij in op samenwerking met diverse partijen:

  • We werken steeds meer samen met regionale en interregionale partners, waaronder de Reddingsbrigade en Ambulancedienst. Zo waarborgen wij samen een geïntegreerde en effectieve respons op incidenten.
  • Een mooi voorbeeld van samenwerking is het Quick Response Team. Dat hebben we samen met politie en ambulancedienst opgericht voor snelle inzet bij grof en extreem geweld.
  • Samen met gemeente Amsterdam en diverse hulpdiensten maken we ook plannen voor een gezamenlijk veiligheidscentrum op IJburg.
  • De publiek-private samenwerking met de GBA versterkt de capaciteit voor industriële brandbestrijding en grootschalige incidenten.
  • We zetten ons ook in op preventie door middel van wijk gerichte projecten en samenwerking met lokale overheden.

Investeren blijft nodig

Het blijft nodig dat wij, als Brandweer Amsterdam-Amstelland, investeren in technologie en flexibiliteit om in te spelen op de groeiende en veranderende risico’s in onze regio. Onze focus voor de komende jaren ligt daarbij op het optimaliseren van de uitwisselbaarheid van personeel, het bevorderen van een gezonde en veilige werkomgeving, en het werven en behouden van brandweerprofessionals. Bovendien zetten we in op een effectief samenspel tussen preventie en repressie om branden en andere incidenten proactief te voorkomen. Verder is samenwerking met partners in de veiligheidsketen essentieel om de uitdagingen van vergrijzing, verstedelijking, en nieuwe risico’s effectief te kunnen aanpakken. De brandweer richt zich daarbij op de thema’s:

  • Robuuste paraatheid
  • Integratie van preventie en repressie
  • Verbreding en verdieping van de brandweerzorg
  • Versterken van de slagkracht
Terug naar boven

Conform de Wet veiligheidsregio’s beschrijft Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland elke vier jaar hoe de operationele prestaties van de brandweer zich verhouden tot de wettelijke eisen.1

Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn vormen samen Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. In 2022 is de Gemeente Weesp gefuseerd met de Gemeente Amsterdam. De regio heeft een relatief klein oppervlak van 379 km2. Daarentegen is het aantal inwoners ruim 1 miljoen.

Geografie

De regio kent dichte bebouwing en complexe infrastructuur van (spoor)wegen, tunnels, luchtverkeer en dataverbindingen. Er zijn zeven autosnelwegen. Er is passagiers- en goederenvervoer over diverse sporen, waaronder het vervoer van gevaarlijke stoffen. Ook de wateren worden gebruikt voor mobiliteit, bijvoorbeeld over het Noordzeekanaal, het IJ, en het Amsterdam-Rijnkanaal. Recreatiewater zoals de Westeinderplassen, Gaasperplas, strand IJburg, Grachtengordel, Vecht en Sloterplas trekken veel publiek.
Er is veel en diverse bedrijvigheid. Waaronder een haven, Seveso-inrichtingen2, afvalverwerking, internationaal toonaangevende musea, financiële en zakelijke dienstverlening, een knooppunt van internationale sierteeltsector en massatoerisme. Verder is de nabijheid van Schiphol relevant. Amsterdam-Amstelland ligt onder de aan- en uitvliegroutes van Schiphol.

Demografie

De bevolkingssamenstelling is divers. Veel inwoners hebben een migratieachtergrond. Door vergrijzing groeit het aantal verminderd zelfredzame inwoners. Ook verblijven jaarlijks miljoenen forenzen en toeristen korte of langere tijd binnen de regio.

Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen

Het Dekkingsplan 2025-2028 is opgesteld conform de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen.3 Middels acht procestappen geeft de Handreiking een landelijke standaard voor het opstellen van dekkingsplannen.4
De processtappen vormen een cyclus, waarin de brandweer vaker dan de wettelijke vierjaarlijkse termijn kan analyseren of het wenselijk is om conclusies en maatregelen bij te stellen. Onderdeel van dit proces is dat de brandweer de prestaties continue monitort. Als interne of externe ontwikkelingen effect hebben op de prestaties worden maatregelen voorbereid en waar nodig voorgelegd aan het bestuur. De integratie tussen preventie en repressie is expliciet onderdeel van de systematiek. Een samenvatting van de Handreiking is opgenomen in Bijlage 1.

Brandrisicoprofiel

De Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen gaat (nog) niet in op het opstellen en gebruik van een brandrisicoprofiel. De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland heeft een eigen methode ontwikkeld. Het brandrisicoprofiel is gebruikt als verrijking voor dit dekkingsplan en opgenomen in Bijlage 2.

Leeswijzer

In dit dekkingsplan zijn de processtappen uit de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen doorlopen. Hierbij is gebruik gemaakt van twee beoordelingskaders. De nieuwe methode voor het doorrekenen van Gebiedsgerichte Opkomsttijden uit de Handreiking en het beoordelingskader voor Grootschalig Brandweeroptreden, dat is overeengekomen in de Raad van Commandanten en Directeuren veiligheidsregio’s. Hoofdstuk 2 beschrijft wijzigingen in de geografische en maatschappelijke context van het dekkingsplan. Hoofdstuk 3 beschrijft de operationele prestaties van de brandweer aan de hand van de factoren snelheid, capaciteit, slagkracht en werkdruk. Hoofdstuk 4 beschrijft de indeling van de regio in gebieden, de daarvoor geldende opkomsttijden, de mate waarin Brandweer Amsterdam-Amstelland aan deze tijdsnormen kan voldoen en of er maatregelen noodzakelijk zijn. Hoofdstuk 5 tot en met 7 hebben betrekking op bestuurlijke vaststelling, implementatie en monitoring. Bijlage 1 geeft een samenvatting van de Handreiking. In Bijlage 2 zijn de risicoprofielen voor de taakgebieden van de brandweer opgenomen. Bijlage 3 geeft een overzicht van de brandweereenheden in de regio. De (technische) uitgangspunten van de berekeningen in opgenomen in Bijlage 4 opgenomen. Bijlage 5,6 en 7 bevatten aanvullende visualisaties ter ondersteuning van hoofdstuk 3 en 4. Bijlage 8 bespreekt de repressieve dekking voor de taakgebieden hulpververlening, waterongevallen en bestrijding van gevaarlijke stoffen. Bijlage 9 bevat de aandachtsobjecten in de regio.

1 Wet veiligheidsregio’s, artikel 14.
2 Seveso-inrichtingen: Bedrijven waar aantallen gevaarlijke stoffen boven een bepaalde drempelwaarde aanwezig zijn.
3 Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen. Brandweer Nederland, ongedateerd.
4 De Minister van Justitie heeft op 19 december 2022 aangegeven dat de opkomstnormen uit de Handreiking de opkomstnormen uit het Besluit veiligheidsregio’s gaan vervangen.

Terug naar boven

Dit hoofdstuk beschrijft de huidige repressieve inrichting en interne en externe ontwikkelingen die invloed hebben op de dekking.

Interne ontwikkelingen

Veranderingen in organisatie en werkveld maken dat de brandweer genoodzaakt is zich flexibel te organiseren. Hieronder is een overzicht van alle relevante interne ontwikkelingen opgenomen.

Repressieve inrichting Brandweer Amsterdam-Amstelland

De repressieve organisatie van Brandweer Amsterdam-Amstelland bestaat uit zes vrijwillige, één gecombineerde-, elf beroepsbrandweerkazernes en een brandweerboothuis. Er is een Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA) in het Westelijk Havengebied van Amsterdam. Voor ondersteuning en logistiek bij grote incidenten rekent de brandweer op de vrijwilligers van de Brandweer Ondersteuning (BrOn). In Bijlage 3 is een overzicht opgenomen van alle brandweereenheden van Brandweer Amsterdam-Amstelland.

Verminderde beschikbaarheid brandweermensen

In heel Nederland kampt de brandweer met een afnemende beschikbaarheid van vrijwillige brandweermensen5. Het hoge ziekteverzuim onder met name beroepspersoneel, vaak veroorzaakt door mentale overbelasting, leidt tot verminderde beschikbaarheid. Deze verminderde beschikbaarheid kan leiden tot buitendienststelling en hindert de doorstroom van personeel naar specialistische taken. Werving en selectie is een uitdaging in een concurrerende en krappe arbeidsmarkt. Met de werving en opleiding van extra beroepspersoneel (blikkies) en aanvullende maatregelen ondervangt de brandweer de verminderde beschikbaarheid, maar dit blijft kwetsbaar. Voorbeelden hiervan zijn inzet van vrijwilligers en stafpersoneel op (beroeps)kazernes, inzet van overwerk en inhuur van externen.

Vrijwilligers

Naar aanleiding van Europese jurisprudentie heeft het Ministerie van Justitie & Veiligheid besloten dat het onderscheid tussen beroeps- en vrijwillige brandweerinzet nadrukkelijker gemaakt moet worden, het zogenaamde verplichtend karakter is. Daardoor is het mogelijk dat paraatheidsmaatregelen, zoals dagdiensten met vrijwilligers, vrijwillige geconsigneerde diensten en vrijwillige piketregelingen, in de toekomst niet meer zijn toegestaan. Eventuele gevolgen voor de organisatie kunnen ingrijpend zijn. De brandweer volgt deze ontwikkelingen nauwgezet.

Geografisch overzicht van kazernes van Brandweer Amsterdam-Amstelland
Afbeelding 1 – Geografisch overzicht van kazernes van Brandweer Amsterdam-Amstelland.

Ontwikkelingen organisatievorm

Brandweer Amsterdam-Amstelland beschikt over 501 beroeps- en 218 vrijwillige brandweermensen. Zij worden bij een inzet ondersteund door 37 niet-repressieve vrijwilligers van de Brandweer Ondersteuning.6 Intern en extern zoekt de brandweer continu naar organisatorische verbetering.

Uitruk op Maat

Om de verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers op te vangen werken de kazernes Aalsmeer, Uithoorn en Weesp met Uitruk op Maat. In dit systeem kan een tankautospuit met een kleinere bezetting toch uitrukken en de hulpverlening eerder starten. De brandweer implementeert deze werkvorm in 2024 ook op de andere vrijwillige kazernes.

Slimme pagers

Doordat vrijwilligers slimme pagers gebruiken kan de meldkamer eerder vaststellen of een eenheid wel of niet kan uitrukken. Vrijwilligers kunnen hun opkomst naar de kazerne direct bevestigen of afwijzen. De meldkamer kan dan al sneller een opvolgende eenheid alarmeren als de opkomst onvoldoende is. In 2024 hebben alle vrijwilligers een slimme pager.

Dagdienstkazernes

Op een dagdienstkazerne zijn op werkdagen gedurende de dag repressief inzetbare stafmedewerkers werkzaam. Hierdoor zijn minder opkomende vrijwilligers nodig om uit te rukken met een eenheid. De brandweer past dit toe op vrijwillige kazernes met een cruciale rol in de dekking (Aalsmeer, Diemen en Uithoorn). De inzet van stafmedewerkers is geregeld middels een Repressieve Ondersteuningspoule (ROP).

Springbezettingen

Op een aantal beroepskazernes wordt ‘gesprongen’. Dit betekent dat eenzelfde bezetting uit kan rukken met verschillende soorten brandweervoertuigen. Hierdoor kan met minder personeel meer materieel paraat zijn. Het gevolg hiervan is dat er gelijktijdig een beroep gedaan wordt op beide voertuigen, waarvan er dan een beschikbaar is.

Verplaatsing Quick Respons Team-Brandweer

Het QRT-B kan brandweertaken uitvoeren onder verhoogde dreiging van geweld. Bij terrorisme gevolgbestrijding (TGB) en grof en extreem geweld (GEG). Om deze taken ook op hoogte uit te kunnen voeren wordt de eenheid verplaatst naar een kazerne met een redvoertuig.

Strategisch Huisvestingsplan en spreidingsplan

In het Strategisch Huisvestingsplan anticipeert de brandweer op strategische spreiding van brandweerlocaties en de benodigde financiële armslag. Zo kan de brandweer goed omgaan met stedelijke uitbreiding, onderhoud en renovatie. De komende jaren is renovatie of nieuwbouw noodzakelijk voor zes kazernes. In het Regionale Spreidingsplan beschrijft de brandweer de positionering van ondersteunings- en specialistisch materieel.

Dynamisch Alarmeren en nieuwe navigatiesystemen

De brandweer realiseert met Dynamisch Alarmeren snellere opkomsttijden en krijgt meer regie op de beschikbaarheid van specialismen, de actuele voertuigspreiding en restdekking. Door nieuwe navigatiesystemen kunnen operationele eenheden bovendien beter inspelen op actuele verkeerssituaties en snellere rijtijden realiseren.

Specialistische samenwerking

Het Regionaal Risicoprofiel wijst uit dat de brandweer zich moet voorbereiden op (zeer) specialistisch optreden. Hierbij is continu aandacht nodig voor opleiding, training en materiaal. Voorbeelden zijn de samenwerking met brandstofopslagbedrijven in Amsterdam Ymond Mutual Aid (AYMA) en deelname als Steunpuntregio in de interregionale en landelijke voorbereiding op incidentbestrijding gevaarlijke stoffen. Binnen de eigen regio worden kazernes verder gespecialiseerd in scheepsbrandbestrijding, ondergrondse bouw en hoogbouw.

Interregionale samenwerking en convenanten

Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland heeft met alle aangrenzende regio’s convenanten waarin is afgesproken dat regiogrenzen geen belemmering meer vormen bij het bieden van (spoedeisende) hulp aan de burger. De interregionale samenwerking laat vanzelfsprekend het gezag, zoals vastgelegd in de Wet veiligheidsregio’s, onveranderd. Met de veiligheidsregio’s Noord-Holland Noord, Kennemerland en Zaanstreek-Waterland wordt samengewerkt onder de noemer district Noordwest 4.

Samenwerking partners veiligheidsdomein

De hulpdiensten gaan nauwer samenwerken. Er is een Quick Response Team opgericht voor ondersteunende brandweerzorg bij incidenten met grof- en extreem geweld. De publiek-private Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA) is opgericht in het Westelijk Havengebied van Amsterdam. De brandweer deelt locaties met Ambulance Amsterdam.

Preventie

De brandweer werkt met de Veiligheidsketen7. Hierin zijn pro-actie, preventie, preparatie en repressie circulair verbonden. Voorbeelden zijn (wijk)preventieprojecten, deelname in het Expertiseteam Ruimtelijke Ordening (Gemeente Amsterdam) en het recent hernieuwd afgesloten convenant brandveiligheid in de zorg. De brandweerkazernes organiseren oriëntaties, brandkraancontroles en oefeningen in de wijken.

Landelijke Meldkamer Samenwerking

Door standaardisatie binnen de Landelijke Meldkamer Samenwerking (LMS) verbetert de interregionale samenwerking en fallback bij (zeer zeldzame) uitval van een meldkamer. Lokaal maatwerk, de informatiepositie van de brandweer en de mogelijkheid voor regionale innovaties blijven aandachtspunten.

Landelijke ontwikkeling brandweerzorg

De regionale risico’s, omgeving en hulpvraag veranderen. De brandweer moet in staat zijn zich continu aan te passen. Brandweer Nederland werkt aan een adaptieve organisatie die wendbaar kan inspelen op maatschappelijke behoeften en waarvan de organisatie volledig is ingespeeld op aanpassing aan snel veranderende omstandigheden. Zo blijft zij een relevante en wendbare hulpverleningsorganisatie.

Externe ontwikkelingen

Brandweer Amsterdam-Amstelland streeft naar een nauwe verbondenheid met de maatschappij die zij dient. De maatschappij verandert en daarmee ook de eventuele hulpvraag van inwoners en bezoekers van de regio. In het Regionaal Risicoprofiel van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland wordt elke vier jaar een overzicht gegeven van de regionale geografie, demografie, risico’s in de regio en de aanwezige kwetsbare objecten. De volgende paragrafen geven een kort overzicht.

Geografische en infrastructurele ontwikkelingen

Groei van de regio

De verwachting is dat het inwoneraantal van de regio groeit naar 1,4 miljoen inwoners in 2040. De gemeenten anticiperen hierop door het ontwikkelen van nieuwe wijken, verdichting binnen reeds bebouwde gebieden en hoogbouw. Deze groei gaat samen met nieuwe bouwmethoden en materialen en de herbestemming van bestaande bouw. Gepaard met meer en dichtere bewoning leidt dit tot nieuwe en andersoortige (brand)risico’s en in combinatie met de toenemende vergijzing mogelijk verdere taakverschuiving van de brandweer in onder andere hulpverleningen en reanimaties.

Bereikbaarheid in de regio

Om de stedelijke gebieden leefbaar en toegankelijk te houden investeren veel gemeenten in maatregelen die het auto- en vrachtverkeer over de weg ontmoedigen. Dit kan ook gevolgen hebben voor de bereikbaarheid van incidentlocaties en snelheid van hulpverlening. Tegelijkertijd vragen de openbare ruimte en de infrastructuur meer grootschalig onderhoud. Een voorbeeld hiervan is de aanpak van de Amsterdamse kademuren en bruggen. Komende jaren vragen investeringen in infrastructuur zoals de verbreding van de A10 zuid, verdieping van de A9 en werkzaamheden aan diverse tunnels. De brandweer is zich bewust van de uitdagingen en ambities in de regio. En streeft naar en vraagt aandacht voor een goede vereniging van deze ambities met de bereikbaarheid voor nood- en hulpdiensten. Risico’s voor een goede bereikbaarheid zitten met name in het stapeleffect van werkzaamheden en verkeersmaatregelen.

In voorbereiding zijnde woningbouwlocaties VrAA en omstreken tot 2030 (bron: Woningbouwlocaties (noord-holland.nl)) (geraadpleegd 10-4-2024)

Afbeelding 2 – In voorbereiding zijnde woningbouwlocaties VrAA en omstreken tot 2030 (bron: Woningbouwlocaties (noord-holland.nl)) (geraadpleegd 10-4-2024)

Demografische ontwikkelingen

De verwachting is dat door de vergrijzing het aantal verminderd zelfredzamen en kwetsbare groepen verder zal toenemen. De vergrijzing en het opheffen van bejaardenhuizen leidt ertoe dat meer verminderd zelfredzamen zelfstandig wonen. In geval van een incident en ontruiming vraagt dit een grotere en complexere inzet van de brandweer.

Risico’s in de regio

Brandweer Amsterdam-Amstelland is ingericht voor een efficiënte bestrijding van uiteenlopende incidenten. De brandweerorganisatie is bij voorkeur georganiseerd met inachtneming van de meest actuele trends en risico’s. Deze zijn o.a. beschreven in het Regionaal Risicoprofiel en het Brandrisicoprofiel.

Trends uit Regionaal Risicoprofiel

In het Regionaal Risicoprofiel beschrijft Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland de trends die invloed hebben op het regionale risicobeeld, alsmede de rampen en crises waarop de veiligheidsregio zich voorbereidt. Deze trends zijn:

  • Klimaatverandering
  • Energietransitie
  • Digitalisering en cybercriminaliteit
  • Verstedelijking en verdichting
  • Complexe branden
  • Geopolitieke ontwikkelingen en destabilisatie

Deze trends hebben invloed op de brandweerzorg zowel voor de bestrijding als de voorbereiding op deze nieuwe risico’s. Zo leidt klimaatverandering tot extremer weer zoals langere natte perioden of droogte en meer stormen. De energietransitie gaat gepaard met het gebruik van andere (brandbare) bouwmaterialen en energiebronnen. Dit vraagt om meer specialistische kennis en andere wijze van incidentbestrijding. Digitalisering en cybercriminaliteit vergroten de kans op verstoringen in digitale infrastructuur en communicatie- en alarmeringssystemen. De kans op een terroristische aanslag in de regio is substantieel.8

Brandrisicoprofiel Amsterdam-Amstelland

De Landelijke Handreiking Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen neemt als maatgevend incident Brand Gebouw. Kans en effect van brand zijn uitgewerkt in het regionale Brandrisicoprofiel. Dit profiel is op onderstaande afbeelding geografisch weergegeven. Voor de risicokaarten van incidenten hulpverlening, incidentbestrijding gevaarlijke stoffen en waterongevallen wordt verwezen naar Bijlage 2.

Brandrisicoprofiel op buurt niveau VrAA

Afbeelding 3 – Brandrisicoprofiel op buurt niveau VrAA.

Complexe branden

Het Regionaal Risicoprofiel 2025-2028 beschrijft de regionale trends en risico’s. Eén van de prioritaire risico’s in de VrAA is complexe branden. Gebouwen met een bijzondere functie en gebouwen waarin zich verminderd zelfredzame personen bevinden zijn kwetsbaar. Onder het risico complexe branden wordt verstaan en zijn in de VrAA mogelijk:

  • Grote brand in gebouwen met niet of verminderd zelfredzame personen
  • Grote brand in bijzonder hoge gebouwen
  • Grote brand in ondergrondse bebouwing

Brandweer Amsterdam-Amstelland bereidt zich voor op deze impactvolle en bijzondere incidenttypen in preventie, preparatie en incidentbestrijding. Deze incidenten zijn niet alleen impactvol voor de omgeving en getroffenen, maar ook op het brandweerpersoneel en blootstelling aan risico’s. Hierbij wordt ingezet op specialisatie, uitbreiding van planvorming- en informatieproducten en robotisering. Zodat de brandweer over voldoende capaciteit en kennis beschikt om deze impactvolle incidenten te kunnen bestrijden.

5 Vrijwilligheid bij de brandweer in Nederland – Een onderzoek naar het werven en behouden van brandweervrijwilligers. Brandweeracademie, 2021.
6 VrAA Jaaroverzicht 2024.
7 De veiligheidsketen is een operationalisatie van het veiligheids- beleid, bestaande uit de ketens proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.
8 Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland. Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding, 29 april 2024.

Terug naar boven

Doel

Dit hoofdstuk beschrijft de verwachte dekking in het verzorgingsgebied van Brandweer Amsterdam-Amstelland. Hiermee maakt de brandweer inzichtelijk waar zij, onder de gegeven omstandigheden, repressief toe in staat is.9

Beschrijving onderdelen snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk

De kwaliteit van de brandweerzorg wordt inzichtelijk gemaakt aan de hand van de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk. In onderstaand overzicht is aangegeven welke aspecten hiervan onderzocht zijn.

Beoordelingsfactoren uit de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen

Tabel 1 – Beoordelingsfactoren uit de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen.

 

SnelheidSnelheid

Een snelle reactie kan levens redden en schade voorkomen. In Bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de technische uitgangspunten van de berekeningen. Interregionale eenheden zijn conform de afspraken met de omliggende regio’s meegenomen in de berekeningen.

 

Maatgevend scenario gebouwbrand

De brandweer beschikt over diverse soorten eenheden met verschillende opkomsttijden. Voor het beschrijven van de factor snelheid is het maatgevend scenario gebouwbrand. Het gaat hier bijvoorbeeld om woningbranden of industriebranden.

Eerste tankautospuit ter plaatse

Bij melding van gebouwbrand stuurt de brandweer altijd als eerste een tankautospuit (basisbrandweereenheid).10 Daarom is Snelheid gedefinieerd als de tijd waarmee de eerste tankautospuit ter plaatse kan zijn.

Opkomsttijden van de eerste tankautospuiten. De lichtste kleur geeft de kortste opkomsttijd weer en de donkerste kleur de hoogste.

Afbeelding 4 – Opkomsttijden van de eerste tankautospuiten. De lichtste kleur geeft de kortste opkomsttijd weer en de donkerste kleur de hoogste.

Het percentage van de locaties in de regio, dat binnen een bepaalde tijd wordt bereikt, kan ook worden weergegeven in een s-curve. In een staafdiagram is verder gespecifieerd in welke tijdvakken de locaties bereikt worden.

Analyse snelheid autospuit

Over het algemeen wordt 26% van de objecten in de regio tussen de 6-7 minuten bereikt en ruim 90% binnen 10 minuten. De opkomsttijd binnen de ring van Amsterdam is het snelst. Dit komt door de hoge dichtheid van beroepskazernes. De opkomsttijd in de buitengebieden van de regio is langer door een lagere kazernedichtheid en een hogere uitruktijd van de vrijwillige eenheden. De donkerrode gebieden (hoge opkomsttijd) in afbeelding 4 (snelheid) zijn buitengebieden, weilanden en bosschages. In deze gebieden staan geen objecten. De brandweer kan alle objecten in de regio binnen 14 minuten bereiken.

Percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door de eerste tankautospuit bereikt wordt, aangevuld met tijdvakken waarin ze bereikt worden

Afbeelding 5 – Percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door de eerste tankautospuit bereikt wordt, aangevuld met tijdvakken waarin ze bereikt worden.

Analyse snelheid redvoertuig

Het redvoertuig van de brandweer wordt ingezet voor redding en blussing op hoogte. De opkomsttijd voor het redvoertuig is voor ondersteuning bij brandbestrijding gekoppeld aan categorie I buurten en is daarmee vastgesteld op 7 minuten. Dit is ingegeven door de kans op snelle branduitbreiding buiten het brandcompartiment en verminderde aanwezigheid van een tweede vluchtweg. Afbeelding 6 toont de snelheid van het redvoertuig in de regio. In Bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de technische uitgangspunten van de berekeningen. Interregionale eenheden zijn conform de afspraken met de omliggende regio’s meegenomen in de berekeningen.

Opkomsttijden van het eerste redvoertuig. De lichtste kleur geeft de kortste opkomsttijd weer en de donkerste kleur de hoogste

Afbeelding 6 – Opkomsttijden van het eerste redvoertuig. De lichtste kleur geeft de kortste opkomsttijd weer en de donkerste kleur de hoogste.

Het percentage van de locaties in de regio, dat binnen een bepaalde tijd wordt bereikt door het redvoertuig, kan ook worden weergegeven in een s-curve. In een staafdiagram is verder gespecifieerd in welke tijdvakken de locaties bereikt worden.

Percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door de eerste tankautospuit bereikt wordt, aangevuld met tijdvakken waarin ze bereikt worden.

Afbeelding 7 – Percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door de eerste tankautospuit bereikt wordt, aangevuld met tijdvakken waarin ze bereikt worden.

Analyse snelheid redvoertuig

Van de objecten in de regio kan 90% worden bereikt binnen 11 minuten door een redvoertuig. De ladderspreiding (redvoertuig) concentreert zich rond en binnen de ring van Amsterdam. Daar zijn de opkomsttijden het snelst. De opkomsttijd in de flanken en buitengebieden van de regio zijn hoger door een grotere spreiding van de redvoertuigen en daardoor langere rijafstanden. De donkerrode gebieden (hoge opkomsttijd) in afbeelding 6 (snelheid) zijn de zuidflank, Westpoort, Weesp en de buitengebieden. De brandweer kan alle objecten in de regio binnen 20 minuten bereiken met een redvoertuig. In Bijlage 8 is een overzicht opgenomen van de operationele prestaties van het redvoertuig.

 

CapaciteitCapaciteit

Als de brandweer ter plaatse is begint de bestrijding van een incident. Hiervoor zijn mensen en materieel nodig, soms voor langere tijd. De factor capaciteit is onderzocht aan de hand van de aspecten slagkracht en grootschalige en langdurige inzetten. De prestaties op het gebied van slagkracht zijn berekend onder het principe van basisbrandweerzorg. De prestaties op het gebied van grootschalige en langdurige inzetten zijn geanalyseerd onder het principe van Grootschalig Brandweeroptreden (GBO). In Bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de technische uitgangspunten van de berekeningen.

Slagkracht

Voor het beschrijven van het aspect slagkracht zijn twee uitgangspunten gebruikt. De maximale opkomsttijd van drie tankautospuiten en het totale aantal tankautospuiten dat binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn.

Opkomsttijden van drie tankautospuiten. De lichtste kleur geeft het kortste tijdbestek weer en de donkerste kleur het hoogste.

Afbeelding 8 – Opkomsttijden van drie tankautospuiten. De lichtste kleur geeft het kortste tijdbestek weer en de donkerste kleur het hoogste.

Geografische weergave van het aantal tankautospuiten dat binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn. De lichtste kleur geeft het hoogste aantal tankautospuiten weer.

Afbeelding 9 – Geografische weergave van het aantal tankautospuiten dat binnen 15 minuten ter plaatse kan zijn. De lichtste kleur geeft het hoogste aantal tankautospuiten weer.

Het percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door één, twee of drie tankautospuiten kan worden bereikt kan ook worden weergegeven in een S-curve.

 

Het percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door één, twee of drie (interregionale) tankautospuiten kan worden bereikt.
Afbeelding 10 – Het percentage van de locaties in de regio dat binnen een bepaalde tijd door één, twee of drie (interregionale) tankautospuiten kan worden bereikt.

Analyse slagkracht

De brandweer beschikt over 19 eerstelijns en 5 tweedelijns tankautospuiten. Regionaal kunnen bijna overal binnen korte tijd (16 minuten of minder) drie tankautospuiten ter plaatse zijn. Dit geldt niet voor het Westelijk Havengebied en een aantal buitengebieden. De kazernes liggen hier verder uiteen. In het Westelijk Havengebied versterkt de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam de slagkracht. Bij grote incidenten kan Brandweer Amsterdam-Amstelland een beroep doen op interregionale eenheden en landelijke bijstand.

Capaciteit voor grootschalige en langdurige inzetten

Voor de aspecten grootschalige en langdurige inzetten is gekeken naar de regionale organisatie van eenheden voor grootschalig brandweeroptreden. Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft voor inzet binnen en buiten de regio drie basispelotons geformeerd om restdekking binnen de regio te kunnen garanderen (zogenoemd Noord, Zuid en Slagkracht). Een basispeloton levert extra capaciteit bij brandbestrijding, redding, basis-IBGS11 en waterongevallen. In de eigen regio zijn deze drie pelotons respectievelijk binnen 30, 45 en 60 minuten aanwezig op een toegewezen Uitgangsstelling. In Bijlage 6 is de opbouw van basispelotons weergegeven.

Analyse grootschalige en langdurige inzetten

Brandweer Amsterdam-Amstelland kan voor grootschalige en langdurige inzet in de eigen regio twee basispelotons, een peloton Grootschalige Watervoorziening (GWV), een peloton Redding & Technische Hulpverlening (THV) en Specialistische Blussing leveren.
Vanzelfsprekend zijn de pelotons ook beschikbaar voor interregionale bijstand. In aanvulling hierop is er regionaal ook een slagkrachtpeloton beschikbaar. De samenstelling van de pelotons en regionale inzetvoorstellen garanderen dat er restdekking blijft. De regio beschikt over totaal 24 tankautospuiten, het gelijktijdig leveren van deze capaciteit is niet mogelijk omdat dit ten koste gaat van de restdekking in de regio. Voor zeer specialistische inzetten kan teruggevallen worden nationale specialistische teams vanuit Brandweer Nederland op de gebieden van technische hulpverlening, IBGS, Logistiek & Ondersteuning en Natuurbrandbeheersing. Brandweer Amsterdam-Amstelland is goed in staat om snel voldoende capaciteit te organiseren en op de incidentlocatie te krijgen. Het langdurig leveren van veel brandweer capaciteit is kwetsbaar. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van interregionale bijstand.

 

ParaatheidParaatheid

Paraatheid gaat over de mate waarin de brandweer volgens plan gereed is om uit te rukken. De factor paraatheid is onderzocht aan de hand van de beschikbaarheid van voldoende gekwalificeerd personeel en materieel, de kans op gelijktijdige incidenten en regionale restdekking. In Bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de technische uitgangspunten van de berekeningen.

Beschikbaarheid

Wanneer er voor een brandweereenheid voldoende gekwalificeerd personeel en materieel is, dan staat deze eenheid ‘in dienst’. In 2023 waren eerstelijns tankautospuiten (basisbrandweereenheden) gemiddeld 93% van de tijd beschikbaar. Bij tweedelijns tankautospuiten was dit 87%. Brandweer Amsterdam-Amstelland streeft naar een beschikbaarheid van 95% voor eerstelijns autospuiten. In Bijlage 6 is een overzicht opgenomen van de beschikbaarheid per eenheid. Personeelstekort, ziekteverzuim, oefeningen en defecten zijn redenen waarom voertuigen niet altijd beschikbaar zijn om uit te rukken.

Analyse beschikbaarheid

De beschikbaarheid van tankautospuiten loopt terug. Vanzelfsprekend komen er bij een alarmering opvolgende eenheden ter plaatse, maar wel na een langere rijtijd. Er worden maatregelen getroffen om voldoende personeel beschikbaar te hebben en te behouden. Door onder andere de inzet van overwerk, inhuur van externen en inzet van vrijwilligers en stafpersoneel.

Gelijktijdigheid

Gelijktijdige incidenten beïnvloeden de (rest)dekking. De snelste eenheid is al ingezet en er moet voor een gelijktijdig incident een opvolgende eenheid met een langere rijtijd ter plaatse komen. In onderstaande grafiek is op basis van historische incidentgegevens de procentuele kans op een gelijktijdig incident in het verzorgingsgebied van een kazerne weergegeven.

De procentuele kans op een gelijktijdig incident in het verzorgingsgebieden van een kazerne (2023)

Afbeelding 11 – De procentuele kans op een gelijktijdig incident in het verzorgingsgebieden van een kazerne (2023)

Analyse gelijktijdigheid

Gelijktijdigheid is voor de dekking met name relevant in het drukke centrum van Amsterdam (kazernes Hendrik, Nico, Willem en Dirk), Amsterdam Zuidoost (kazerne Anton) en West (kazernes Pieter en Osdorp). Dit komt door de combinatie van incidentaanbod, aanwezige risico’s en omvang van een verzorgingsgebied. Door de hoge dichtheid van (beroeps)kazernes is de restdekking voldoende geborgd en levert dit over het algemeen geen problemen op.

Restdekking

Bij grootschalige en langdurige inzetten worden veel eenheden ingezet. Daardoor kan de beschikbaarheid van eenheden voor de rest van de regio teruglopen, zowel bij inzet in eigen regio als in het geval van interregionale bijstand.
Analyse restdekking
Bij grootschalige incidenten is het behoud van restdekking onderdeel van de besluitvorming op de meldkamer, eventueel ondersteund door de Tactisch Officier Alarmcentrale (TOA). Als hulpmiddel is hiervoor een Paraatheidsmatrix beschikbaar en zijn de inzetmogelijkheden van de tweedelijnseenheden verruimd.
In samenspraak met de meldkamer kan de brandweer bij grote drukte zoals storm overgaan tot Decentrale Uitgifte (DCU) van Prio 2 meldingen. Hierdoor wordt de meldkamer ontlast en blijft deze beschikbaar voor spoedmeldingen (Prio 1). Hierdoor kan er beter gestuurd worden op de capaciteit van de brandweer bij grote drukte.

 

WerkdrukWerkdruk

Werkdruk is gedefinieerd als het gemiddeld aantal alarmeringen (voor alle incidenttypen) van een brandweereenheid per jaar. De factor werkdruk is onderzocht aan de hand van de jaarlijkse alarmeringsfrequentie van de tankautospuiten (basisbrandweereenheden). Incidenten zijn niet gelijk over de regio verdeeld. Het gemiddelde loopt uiteen van 1376 alarmeringen (beroepskazerne Hendrik) tot 62 alarmeringen (vrijwillige tankautospuit Driemond).12 In Bijlage 6 is een overzicht opgenomen van de werkdruk per tankautospuit. Bijlage 4 bevat de technische uitgangspunten van de berekeningen.

Analyse werkdruk

De gemiddelde werkdruk voor een tankautospuit met een beroepsbezetting is 916 alarmeringen per jaar. Bij een tankautospuit met dagbezetting is dat gemiddeld 305 alarmeringen per jaar en bij een volledig vrijwillige bezetting van een tankautospuit is dat gemiddeld 81 alarmeringen per jaar.

9 Er zijn berekeningen gemaakt voor de dagsituatie (werkdagen van 07:30 tot 17:00 en de avond-, nacht- en weekendsituatie (werkdagen van 17:00 tot 07:30 en weekenddagen). De weergegeven afbeeldingen tonen de ANW-situatie. Deze is wat betreft uitruktijden, rijtijden en risico’s voor het dekkingsplan het meest representatief. De dagsituatie is weergegeven in Bijlage 5.
10 Brandweer Amsterdam-Amstelland maakt gebruik van de wettelijk toegestane basisbrandweereenheden TS6 enTS4 (Uitruk op Maat).
11 Incident Bestrijding Gevaarlijke Stoffen
12 Het begrip ‘Werkdruk’ is in de handreiking smal benaderd en geeft alleen inzage in het aantal keer dat een eenheid is opgeroepen voor een incident. Zo telt een alarmering voor een loze melding even zwaar als een reanimatie of langdurige inzet bij een grote industriebrand. Ook worden preventieve en preparatieve activiteiten, zoals het geven van voorlichting, oefenen en oriënteren, niet meegewogen. Werkdruk zoals hier gehanteerd is dan ook geen graadmeter voor (psychologisch) belasting en/of inspanning van het personeel.

Terug naar boven

Doel

Bij processtap 2 zijn de operationele prestaties inzichtelijk gemaakt aan de hand van de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk. Processtap 3 beoordeelt of deze prestaties aansluiten bij de basisbrandweerzorg die nodig is in de gebieden van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De beoordeling is opgedeeld in basisbrandweerzorg en grootschalig brandweeroptreden.

Beoordeling operationele prestaties basisbrandweerzorg

Onder basisbrandweerzorg rekent Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland de inzet van de tankautospuiten en redvoertuigen. Aanvullend worden de prestaties van de hulpverleningsvoertuigen, waterongevallenwagens en de eenheid voor incidentbestrijding gevaarlijke stoffen beoordeeld. De beoordeling van de tankautospuiten en redvoertuigen is opgenomen in dit document. De beoordeling van de andere genoemde eenheden is opgenomen in Bijlage 8.

Normering opkomsttijd tankautospuit en redvoertuig

Conform de methode Gebiedsgerichte Opkomsttijden is het verzorgingsgebied van de brandweer ingedeeld in gebieden. Voor elk gebied is bepaald wat de passende opkomsttijd van de tankautospuit is (basisbrandweereenheid). Deze opkomsttijd is – afhankelijk van de gebiedskenmerken – 7, 10 of 15 minuten. De methode hanteert een overschrijdingsmarge van 3 minuten, met een bovengrens van 18 minuten. De opkomsttijd van het redvoertuig is gekoppeld aan de opkomsttijd voor de autospuit bij categorie I gebieden.13 Een gedetailleerde beschrijving van de gebiedscategorisering is opgenomen in Bijlage 7 tabel 6.

Gebiedscategorisering met de gebiedsgerichte opkomsttijden van 7 minuten (donker), 10 minuten (middel) en 15 minuten (licht).

Afbeelding 12 – Gebiedscategorisering met de gebiedsgerichte opkomsttijden van 7 minuten (donker), 10 minuten (middel) en 15 minuten (licht).

De meeste bebouwde gebieden in de regio vallen in gebiedscategorie 2 met een opkomsttijd van maximaal 10 minuten. Oude stadkernen en gebieden met veel portiekwoningen en hoogbouw vallen in gebiedscategorie 1 met een opkomsttijd van 7 minuten en de buitengebieden en Westpoort vallen na toepassing van de methode in gebiedscategorie 3 met een opkomsttijd van 15 minuten. De in- en uitbreiding van bebouwing tijdens de planperiode (2025-2028) leidt ertoe dat het type bebouwing veranderd met ander risico tot gevolg. In dit plan is geanticipeerd op deze wijzigingen. Een overzicht van de aanpassingen in verband met huidige en/ of toekomstige bebouwing is opgenomen in Bijlage 7 tabel 8.

Beoordeling op snelheid

Tankautospuit

Voor elk gebied is gekeken of de opkomsttijd goed, voldoende of onvoldoende is. De eerste tankautospuit (basisbrandweereenheid) kan na een melding van gebouwbrand over het algemeen op tijd ter plaatse zijn. Wanneer de berekende prognose van de opkomsttijden naast de gewenste (gebiedsgerichte) opkomsttijden gelegd wordt sluiten deze op elkaar aan. Dat betekent dat de spreiding van kazernes en eenheden goed is.

Beoordeling tankautospuit op de factor snelheid.

Afbeelding 13 – Beoordeling tankautospuit op de factor snelheid.

Scores Gebiedsgerichte Opkomsttijden

Wel is er overschrijding van de opkomstnormen op een deel van IJburg. De maximale overschrijding van de norm in dit deel van IJburg is maximaal twee minuten. Overigens wordt nergens in de regio de wettelijke uiterste opkomsttijd van 18 minuten overschreden. Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid, stadsverdichting en -uitbreiding kunnen impact hebben op de gerealiseerde opkomsttijden.

Redvoertuig

De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland heeft bepaald dat in gebieden met categorie I het redvoertuig dezelfde opkomstnorm (7 minuten) heeft als de tankautospuit. Het risico van snelle branduitbreiding en -verspreiding in combinatie met slechts één vluchtweg is in oude binnensteden het grootst.
Het eerste redvoertuig kan na een melding van gebouwbrand over het algemeen snel ter plaatse zijn. Wanneer de berekende prognose van de opkomsttijden naast de gewenste (gebiedsgerichte) opkomsttijden gelegd wordt, sluiten deze in een aantal delen van de regio niet geheel op elkaar aan. Er zijn overschrijdingen op IJburg, in Diemen, Weesp en Amsterdam Nieuw-West. De overschrijding van de norm is met 2,5 minuten in de buurten Steigereiland-Noord (IJburg) en Dichtersbuurt (Weesp) het hoogst. In Bijlage 9 tabel 19 is een overzicht van de overschrijding per buurt opgenomen.
De opkomstnorm voor het redvoertuig wordt in enkele delen van de regio overschreden. De beschikbare personele en materiele capaciteit is in de regio geplaatst op basis van de risico’s. De huidige spreiding van redvoertuigen en uitrukvoorstellen zijn gericht op de grootste risico’s en typebebouwing. En richt zich op de belangrijke rol van het redvoertuig bij het creëren van een extra vluchtweg bij branden in portiekwoningen met een enkele vluchtweg. Veranderingen in bereikbaarheid en inzetbaarheid kunnen aanleiding geven om de spreiding en inzet van het redvoertuig in de regio te heroverwegen.

Beoordeling op capaciteit

De capaciteit (slagkracht) is voor de hele regio op orde. De brandweer heeft genoeg mensen en materieel om snel voldoende eenheden ter plaatse te krijgen. Zeker in de binnenstad van Amsterdam, waar de kans op snelle branduitbreiding groot is, kunnen in korte tijd veel tankautospuiten ter plaatse zijn. Regionaal alarmeert de meldkamer standaard twee tankautospuiten na een melding van gebouwbrand.

Beoordeling op paraatheid

Brandweer Amsterdam-Amstelland streeft naar een minimum beschikbaarheid van 95%.14 Het organiseren van voldoende personeel is kwetsbaar en vraagt veel inspanning. Bij personeelstekort is de brandweer genoodzaakt voertuigen buiten dienst te stellen. De beschikbaarheid van de eerstelijnseenheden neemt de laatste jaren af. De afname kan deels verklaard worden door een hoog ziekte verzuim, verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers en extra inzet op vakbekwaamheid. Door te oefenen op externe oefenlocaties zijn autospuiten minder beschikbaar. Ook het uitbreiden van specialismen (zoals bijvoorbeeld het QRT-B) vraagt om aanvullende training en geoefendheid. De specialismen worden ingevuld door het zogenaamde springen tussen voertuigen. Extra oefenen en trainen voor deze specialismen legt druk op de beschikbaarheid. De inzet van extra personele capaciteit is effectief gebleken en heeft een dempend effect op de afname van de beschikbaarheid. Het hoge verzuim en uitstroom legt een grote druk op de kazernebezettingen en vrijwilligers om met steeds minder (beschikbare) mensen toch de benodigde personele capaciteit te kunnen leveren.
De beschikbaarheid en instroom van vrijwilligers behoeft continue aandacht. De brandweer onderzoekt maatregelen om de beschikbaarheid van vrijwillige eenheden te versterken. In de toekomst krijgt de brandweer mogelijk te maken met effecten van de bouwsteen verplichtend karakter tussen beroeps- en vrijwillige brandweermensen.
Brandweer Amsterdam-Amstelland ondervindt geen nadelige effecten van gelijktijdigheid. Het fijnmazige netwerk van kazernes is zodanig ingericht dat tankautospuiten elkaar snel kunnen vervangen. Daardoor is er regulier voldoende restdekking. Bij grote incidenten in de regio kan de restdekking onder druk komen te staan.

Beoordeling op werkdruk

De werkdruk sluit aan bij de huidige regionale organisatievorm van vrijwillige, dagdienst- en beroepskazernes. Dat wil zeggen dat er in gebieden met een hoge incidentfrequentie – stedelijke gebieden – beroepskazernes staan. In gebieden met een middelhoge of lagere incidentfrequentie beschikt de brandweer over dagdienstkazernes of volledig vrijwillige kazernes. De brandweer onderzoekt of het uitbreiden van dagdienstbezettingen op kazernes noodzakelijk en mogelijk is om zo een robuuste paraatheid te kunnen garanderen.

Beoordeling grootschalig brandweeroptreden

De regionale capaciteit voor grootschalige en langdurige inzetten voldoet aan de landelijke afspraken over Grootschalig Brandweeroptreden (GBO) en het landelijke slagkrachtprofiel.15 In de samenstelling van de GBO-eenheden (pelotons) is ook rekening gehouden met een logische spreiding van mensen en materieel, zodat er voldoende restdekking gewaarborgd blijft. Door de verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers is de redundantie en de continuïteit van de vrijwillig bemenste specialismen bij dit soort inzetten kwetsbaar dit geldt met name tijdens kantooruren en in de vakantieperioden.

Aandachtspuntenlijst

De Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen hanteert een lijst waarop aandachtsgebieden en -objecten staan. Hier zijn opkomsttijd, capaciteit, paraatheid of werkdruk niet optimaal. In de regio Amsterdam-Amstelland staan op deze lijst één aandachtsgebied en 34 aandachtsobjecten.

Aandachtsgebied IJburg

IJburg ligt ongunstig ten opzichte van de huidige kazerneconfiguratie. De opkomsttijd is daardoor (maximaal) twee minuten hoger dan het geadviseerde maximum van 10 minuten. De brandweer is betrokken bij de uitbreiding van IJburg (Strandeiland). Kwetsbare objecten zijn opgenomen op de lijst met aandachtsobjecten.

Vergelijking aandachtsgebieden vorige dekkingsplan

In het vorige dekkingsplan (2022-2025) was, naast IJburg, ook Zeeburgereiland een aandachtsgebied. Binnenstad Weesp en de Zuidflank als aandachtsgebied genoemd. Door snellere uitruktijden en verbetering van het rekenmodel is de prognose van de opkomsttijden hier (licht) verbeterd. De brandweer blijft betrokken bij gebiedsontwikkeling en verkent alternatieve inzetmethoden en kazernelocaties, zoals bijvoorbeeld bij de gebiedsontwikkeling van De Nieuwe Kern.

Aandachtsobjecten in de regio Amsterdam-Amstelland. Het gaat om twee locaties voor gezondheidzorg, zevenentwintig woongebouwen >20 meter en vijf portiekwoningen.

Afbeelding 14 – Aandachtsobjecten in de regio Amsterdam-Amstelland. Het gaat om twee locaties voor gezondheidzorg, zevenentwintig woongebouwen >20 meter en vijf portiekwoningen.

Aandachtsobjecten

In Bijlage 9 is een lijst met aandachtsobjecten opgenomen, alsmede een toelichting op de (risicogerichte) benadering. Onderdelen hiervan zijn:

  • Extra oriëntaties door de operationele eenheden om de lokale bekendheid te verbeteren.
  • Extra voorlichting en advies door kazernebezettingen op locatie.
  • Extra aandacht bij brandweeradviezen op vergunningsaanvragen in aandachtsobjecten.
  • Plaatsing van rookmelders.16

Regionale conclusies en aanbevelingen

De eerste tankautospuit (basisbrandweereenheid) kan na een melding van gebouwbrand over het algemeen op tijd ter plaatse zijn. De slagkracht is op orde en de regionale capaciteit voor grootschalige en langdurige inzetten voldoet aan het landelijke slagkrachtprofiel. Brandweer Amsterdam-Amstelland kan met de huidige kazerneconfiguratie, het aantal eenheden en de organisatievorm passende brandweerzorg leveren. Er zijn op dit moment geen ingrijpende maatregelen nodig.
Wel is blijvend aandacht nodig voor de paraatheid en het meegroeien met veranderingen in de regio. De beschikbaarheid van de eerstelijns tankautospuiten behoeft continu aandacht. Het langdurig volhouden van grote inzetten is kwetsbaar. De gemeenten bouwen bij, bereikbaarheid van incidentlocaties staan onder druk, risico’s en incidenttypen veranderen. Dit alles vraagt om een flexibele brandweerorganisatie. De operationele prestaties van de brandweer worden continue gemonitord. Om maatregelen te kunnen treffen als interne of externe ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Waar nodig worden deze voorgelegd aan het bestuur. De brandweer doet de volgende aanbevelingen:

Robuuste paraatheid

De paraatheid behoeft continu aandacht. De inzetbaarheid van eerstelijns eenheden en specialismen staat onder druk. De uitstroom van beroepsmedewerkers is de komende jaren hoog en de huidige arbeidsmarkt maakt werving uitdagend. Dit geldt ook voor het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De mogelijke veranderende wet- en regelgeving werken door in de beschikbaarheid en inzetbaarheid van personeel. De brandweer streeft naar veilige, duurzame en gezonde inzetbaarheid van personeel.

Integratie van preventie en repressie

De brandweer blijft de Veiligheidsketen17 gebruiken om preventie en repressie te verbinden. Voorlichting, oriëntaties en gerichte oefeningen zijn hiervan een belangrijk onderdeel. We leren incidenten te voorkomen en maken onze inzet veiliger en efficiënter. Een instrument dat hiervoor gebruikt wordt is de COGO-app18, de verbinding vindt o.a. plaats in wijkgerichte projecten op kazernes en de aandachtsobjecten uit paragraat 4.3.2.

Verbreding en verdieping van de brandweerzorg

De regionale risico’s, omgeving en hulpvraag veranderen. Dit maakt dat de hulpverlening complexer wordt en vraagt meer specialisatie. Voorbeelden hiervan zijn branden in hoogbouw en ondergrondse gebouwen, gebruik van andere bouwmaterialen en -methoden en toename van medische assistentie door de brandweer (reanimaties). Ook neemt het aantal kwetsbare bewoners van de regio toe. De brandweer moet in staat zijn zich continu aan te passen en in te spelen op maatschappelijke behoeften en veranderende omstandigheden. De brandweer investeert in netwerken en versterkt haar omgevingssensitiviteit. Dit vraagt om een flexibele organisatie. De brandweer verbreedt en verdiept haar capaciteit voor de volgende taakgebieden:

  • Complexe brandbestrijding
  • Hulpverlening (inclusief het Quick Respons Team Brandweer).
  • Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen.
  • Waterongevallen beheersing.
  • Grootschalig en bijzonder optreden.

Slagkracht

Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft voldoende slagkracht voor grootschalige incidenten. Aandachtspunten blijven langdurige inzet en het behoud van restdekking. Tegelijkertijd neemt de vraag naar (grootschalig) specialistisch optreden toe. De brandweer kan gebruik maken van bijstand uit omliggende regio’s, is deelnemer aan het Amsterdam Mutual Aid System (AMAS) in het Westelijk Havengebied van Amsterdam en participeert in de ontwikkeling van de landelijke Steunpunten voor grootschalig en specialistisch brandweeroptreden.

Continuering van bestaande verbetertrajecten

Bestaande innovaties en samenwerkingsverbanden worden voortgezet en versterkt. Voorbeelden hiervan zijn Uitruk Op Maat19, de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA), vroegtijdige betrokkenheid bij gebiedsontwikkeling en -verdichting, interregionale operationele grenzen en het vormgeven van een Veiligheidscentrum op het Strandeiland in Amsterdam.

13 Handreiking Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen en Besluit veiligheidsregio’s (art. 3.2.1).
14 Normering Dekkingsplan 2022-2025.
15 Doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden Visie 2.0. Brandweer Nederland, 2018.
16 Rookmelders zijn sinds juli 2022 verplicht in de bouwregelgeving. Er zal niet actief op het plaatsen van rookmelders worden ingezet, maar als er geen rookmelder aanwezig is of de aanwezig rookmelder is defect, dan wordt een rookmelder geplaatst of vervangen.
17 De veiligheidsketen is een operationalisatie van het veiligheids- beleid, bestaande uit de ketens proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.
18 Informatiesysteem waarmee de brandweer objectinformatie verzamelden beschikbaar kan stellen tijdens incidenten.
19 Wanneer het verantwoord kan, mag een veiligheidsregio afwijken van de standaard personele bezetting van zes personen op een tankautospuit (TS6). De tankautospuit rukt dan uit met een bevelvoerder, chauffeur en twee manschappen (TS4).

 

Terug naar boven

Op dit moment wijken de opkomsttijden uit de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen (nog) af van de opkomsttijden uit het Besluit veiligheidsregio’s. De toepassing van de handreiking is getoetst in een landelijke pilot, de VrAA was één van de deelnemende regio’s. Het Veiligheidsberaad heeft op 1 juli 2022 namens de 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s de herziene Handreiking “Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen” vastgesteld. De Minister van Justitie en Veiligheid heeft bepaald dat toekomstige Dekkingsplannen worden opgesteld conform de handreiking.20 Het Dekkingsplan 2025-2028 is op 16 december 2024 vastgesteld in de regionale bestuursvergadering van veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland.

20 V001-2023 Brief Minister JenV, Handreiking gebiedsgerichte opkomsttijden, kenmerk 4367735.

Terug naar boven

Voor de (verdere) implementatie van maatregelen worden uitvoeringsplannen opgesteld. Waar deze maatregelen bestuurlijke keuzes vragen zullen deze als zodanig worden voorgelegd aan het bestuur van de veiligheidsregio. Hierin volgt de brandweer de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen.

Terug naar boven

De doelstellingen en aanbevelingen uit het Dekkingsplan 2025-2028 houden samenhang met de planvormingsproducten van Brandweer Amsterdam-Amstelland en de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. Dit Dekkingsplan heeft nadrukkelijke samenhang met het Beleidsplan 2025-2028 en de gestelde doelstellingen waarover in de (bestuurlijke) managementrapportages van Brandweer Amsterdam-Amstelland en het Jaarverslag en de jaarrekening van de veiligheidsregio wordt gerapporteerd. Deze maken deel uit van de regionale Planning & Control-cyclus.
Brandweer Amsterdam-Amstelland kent een actieve registratie van incidentgegevens. Conform de Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen21 zijn van deze monitoring minimaal onderdeel:

  • Statustijden
  • Type incident
  • Prioriteit en wijzigingen van prioriteit tijdens het incident
  • Adres of locatie van het incident
  • Beschikbaarheid (paraatheid en gelijktijdigheid)
  • Bezetting
  • Duiding van bijzondere omstandigheden

De regionaal commandant van Brandweer Amsterdam-Amstelland is gemandateerd om binnen de gestelde financiële kaders het Dekkingsplan uit te voeren en eventueel tussentijds maatregelen te nemen.

21 Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen. Bijlage 3: Technische instructies bij processtap 6.

Terug naar boven