Doel
Bij processtap 2 zijn de operationele prestaties inzichtelijk gemaakt aan de hand van de factoren snelheid, capaciteit, paraatheid en werkdruk. Processtap 3 beoordeelt of deze prestaties aansluiten bij de basisbrandweerzorg die nodig is in de gebieden van Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland. De beoordeling is opgedeeld in basisbrandweerzorg en grootschalig brandweeroptreden.
Beoordeling operationele prestaties basisbrandweerzorg
Onder basisbrandweerzorg rekent Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland de inzet van de tankautospuiten en redvoertuigen. Aanvullend worden de prestaties van de hulpverleningsvoertuigen, waterongevallenwagens en de eenheid voor incidentbestrijding gevaarlijke stoffen beoordeeld. De beoordeling van de tankautospuiten en redvoertuigen is opgenomen in dit document. De beoordeling van de andere genoemde eenheden is opgenomen in Bijlage 8.
Normering opkomsttijd tankautospuit en redvoertuig
Conform de methode Gebiedsgerichte Opkomsttijden is het verzorgingsgebied van de brandweer ingedeeld in gebieden. Voor elk gebied is bepaald wat de passende opkomsttijd van de tankautospuit is (basisbrandweereenheid). Deze opkomsttijd is – afhankelijk van de gebiedskenmerken – 7, 10 of 15 minuten. De methode hanteert een overschrijdingsmarge van 3 minuten, met een bovengrens van 18 minuten. De opkomsttijd van het redvoertuig is gekoppeld aan de opkomsttijd voor de autospuit bij categorie I gebieden.13 Een gedetailleerde beschrijving van de gebiedscategorisering is opgenomen in Bijlage 7 tabel 6.
Afbeelding 12 – Gebiedscategorisering met de gebiedsgerichte opkomsttijden van 7 minuten (donker), 10 minuten (middel) en 15 minuten (licht).
De meeste bebouwde gebieden in de regio vallen in gebiedscategorie 2 met een opkomsttijd van maximaal 10 minuten. Oude stadkernen en gebieden met veel portiekwoningen en hoogbouw vallen in gebiedscategorie 1 met een opkomsttijd van 7 minuten en de buitengebieden en Westpoort vallen na toepassing van de methode in gebiedscategorie 3 met een opkomsttijd van 15 minuten. De in- en uitbreiding van bebouwing tijdens de planperiode (2025-2028) leidt ertoe dat het type bebouwing veranderd met ander risico tot gevolg. In dit plan is geanticipeerd op deze wijzigingen. Een overzicht van de aanpassingen in verband met huidige en/ of toekomstige bebouwing is opgenomen in Bijlage 7 tabel 8.
Beoordeling op snelheid
Tankautospuit
Voor elk gebied is gekeken of de opkomsttijd goed, voldoende of onvoldoende is. De eerste tankautospuit (basisbrandweereenheid) kan na een melding van gebouwbrand over het algemeen op tijd ter plaatse zijn. Wanneer de berekende prognose van de opkomsttijden naast de gewenste (gebiedsgerichte) opkomsttijden gelegd wordt sluiten deze op elkaar aan. Dat betekent dat de spreiding van kazernes en eenheden goed is.
Afbeelding 13 – Beoordeling tankautospuit op de factor snelheid.
Wel is er overschrijding van de opkomstnormen op een deel van IJburg. De maximale overschrijding van de norm in dit deel van IJburg is maximaal twee minuten. Overigens wordt nergens in de regio de wettelijke uiterste opkomsttijd van 18 minuten overschreden. Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van bereikbaarheid, stadsverdichting en -uitbreiding kunnen impact hebben op de gerealiseerde opkomsttijden.
Redvoertuig
De Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland heeft bepaald dat in gebieden met categorie I het redvoertuig dezelfde opkomstnorm (7 minuten) heeft als de tankautospuit. Het risico van snelle branduitbreiding en -verspreiding in combinatie met slechts één vluchtweg is in oude binnensteden het grootst.
Het eerste redvoertuig kan na een melding van gebouwbrand over het algemeen snel ter plaatse zijn. Wanneer de berekende prognose van de opkomsttijden naast de gewenste (gebiedsgerichte) opkomsttijden gelegd wordt, sluiten deze in een aantal delen van de regio niet geheel op elkaar aan. Er zijn overschrijdingen op IJburg, in Diemen, Weesp en Amsterdam Nieuw-West. De overschrijding van de norm is met 2,5 minuten in de buurten Steigereiland-Noord (IJburg) en Dichtersbuurt (Weesp) het hoogst. In Bijlage 9 tabel 19 is een overzicht van de overschrijding per buurt opgenomen.
De opkomstnorm voor het redvoertuig wordt in enkele delen van de regio overschreden. De beschikbare personele en materiele capaciteit is in de regio geplaatst op basis van de risico’s. De huidige spreiding van redvoertuigen en uitrukvoorstellen zijn gericht op de grootste risico’s en typebebouwing. En richt zich op de belangrijke rol van het redvoertuig bij het creëren van een extra vluchtweg bij branden in portiekwoningen met een enkele vluchtweg. Veranderingen in bereikbaarheid en inzetbaarheid kunnen aanleiding geven om de spreiding en inzet van het redvoertuig in de regio te heroverwegen.
Beoordeling op capaciteit
De capaciteit (slagkracht) is voor de hele regio op orde. De brandweer heeft genoeg mensen en materieel om snel voldoende eenheden ter plaatse te krijgen. Zeker in de binnenstad van Amsterdam, waar de kans op snelle branduitbreiding groot is, kunnen in korte tijd veel tankautospuiten ter plaatse zijn. Regionaal alarmeert de meldkamer standaard twee tankautospuiten na een melding van gebouwbrand.
Beoordeling op paraatheid
Brandweer Amsterdam-Amstelland streeft naar een minimum beschikbaarheid van 95%.14 Het organiseren van voldoende personeel is kwetsbaar en vraagt veel inspanning. Bij personeelstekort is de brandweer genoodzaakt voertuigen buiten dienst te stellen. De beschikbaarheid van de eerstelijnseenheden neemt de laatste jaren af. De afname kan deels verklaard worden door een hoog ziekte verzuim, verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers en extra inzet op vakbekwaamheid. Door te oefenen op externe oefenlocaties zijn autospuiten minder beschikbaar. Ook het uitbreiden van specialismen (zoals bijvoorbeeld het QRT-B) vraagt om aanvullende training en geoefendheid. De specialismen worden ingevuld door het zogenaamde springen tussen voertuigen. Extra oefenen en trainen voor deze specialismen legt druk op de beschikbaarheid. De inzet van extra personele capaciteit is effectief gebleken en heeft een dempend effect op de afname van de beschikbaarheid. Het hoge verzuim en uitstroom legt een grote druk op de kazernebezettingen en vrijwilligers om met steeds minder (beschikbare) mensen toch de benodigde personele capaciteit te kunnen leveren.
De beschikbaarheid en instroom van vrijwilligers behoeft continue aandacht. De brandweer onderzoekt maatregelen om de beschikbaarheid van vrijwillige eenheden te versterken. In de toekomst krijgt de brandweer mogelijk te maken met effecten van de bouwsteen verplichtend karakter tussen beroeps- en vrijwillige brandweermensen.
Brandweer Amsterdam-Amstelland ondervindt geen nadelige effecten van gelijktijdigheid. Het fijnmazige netwerk van kazernes is zodanig ingericht dat tankautospuiten elkaar snel kunnen vervangen. Daardoor is er regulier voldoende restdekking. Bij grote incidenten in de regio kan de restdekking onder druk komen te staan.
Beoordeling op werkdruk
De werkdruk sluit aan bij de huidige regionale organisatievorm van vrijwillige, dagdienst- en beroepskazernes. Dat wil zeggen dat er in gebieden met een hoge incidentfrequentie – stedelijke gebieden – beroepskazernes staan. In gebieden met een middelhoge of lagere incidentfrequentie beschikt de brandweer over dagdienstkazernes of volledig vrijwillige kazernes. De brandweer onderzoekt of het uitbreiden van dagdienstbezettingen op kazernes noodzakelijk en mogelijk is om zo een robuuste paraatheid te kunnen garanderen.
Beoordeling grootschalig brandweeroptreden
De regionale capaciteit voor grootschalige en langdurige inzetten voldoet aan de landelijke afspraken over Grootschalig Brandweeroptreden (GBO) en het landelijke slagkrachtprofiel.15 In de samenstelling van de GBO-eenheden (pelotons) is ook rekening gehouden met een logische spreiding van mensen en materieel, zodat er voldoende restdekking gewaarborgd blijft. Door de verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers is de redundantie en de continuïteit van de vrijwillig bemenste specialismen bij dit soort inzetten kwetsbaar dit geldt met name tijdens kantooruren en in de vakantieperioden.
Aandachtspuntenlijst
De Handreiking Landelijke Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen hanteert een lijst waarop aandachtsgebieden en -objecten staan. Hier zijn opkomsttijd, capaciteit, paraatheid of werkdruk niet optimaal. In de regio Amsterdam-Amstelland staan op deze lijst één aandachtsgebied en 34 aandachtsobjecten.
Aandachtsgebied IJburg
IJburg ligt ongunstig ten opzichte van de huidige kazerneconfiguratie. De opkomsttijd is daardoor (maximaal) twee minuten hoger dan het geadviseerde maximum van 10 minuten. De brandweer is betrokken bij de uitbreiding van IJburg (Strandeiland). Kwetsbare objecten zijn opgenomen op de lijst met aandachtsobjecten.
Vergelijking aandachtsgebieden vorige dekkingsplan
In het vorige dekkingsplan (2022-2025) was, naast IJburg, ook Zeeburgereiland een aandachtsgebied. Binnenstad Weesp en de Zuidflank als aandachtsgebied genoemd. Door snellere uitruktijden en verbetering van het rekenmodel is de prognose van de opkomsttijden hier (licht) verbeterd. De brandweer blijft betrokken bij gebiedsontwikkeling en verkent alternatieve inzetmethoden en kazernelocaties, zoals bijvoorbeeld bij de gebiedsontwikkeling van De Nieuwe Kern.
Afbeelding 14 – Aandachtsobjecten in de regio Amsterdam-Amstelland. Het gaat om twee locaties voor gezondheidzorg, zevenentwintig woongebouwen >20 meter en vijf portiekwoningen.
Aandachtsobjecten
In Bijlage 9 is een lijst met aandachtsobjecten opgenomen, alsmede een toelichting op de (risicogerichte) benadering. Onderdelen hiervan zijn:
- Extra oriëntaties door de operationele eenheden om de lokale bekendheid te verbeteren.
- Extra voorlichting en advies door kazernebezettingen op locatie.
- Extra aandacht bij brandweeradviezen op vergunningsaanvragen in aandachtsobjecten.
- Plaatsing van rookmelders.16
Regionale conclusies en aanbevelingen
De eerste tankautospuit (basisbrandweereenheid) kan na een melding van gebouwbrand over het algemeen op tijd ter plaatse zijn. De slagkracht is op orde en de regionale capaciteit voor grootschalige en langdurige inzetten voldoet aan het landelijke slagkrachtprofiel. Brandweer Amsterdam-Amstelland kan met de huidige kazerneconfiguratie, het aantal eenheden en de organisatievorm passende brandweerzorg leveren. Er zijn op dit moment geen ingrijpende maatregelen nodig.
Wel is blijvend aandacht nodig voor de paraatheid en het meegroeien met veranderingen in de regio. De beschikbaarheid van de eerstelijns tankautospuiten behoeft continu aandacht. Het langdurig volhouden van grote inzetten is kwetsbaar. De gemeenten bouwen bij, bereikbaarheid van incidentlocaties staan onder druk, risico’s en incidenttypen veranderen. Dit alles vraagt om een flexibele brandweerorganisatie. De operationele prestaties van de brandweer worden continue gemonitord. Om maatregelen te kunnen treffen als interne of externe ontwikkelingen daartoe aanleiding geven. Waar nodig worden deze voorgelegd aan het bestuur. De brandweer doet de volgende aanbevelingen:
Robuuste paraatheid
De paraatheid behoeft continu aandacht. De inzetbaarheid van eerstelijns eenheden en specialismen staat onder druk. De uitstroom van beroepsmedewerkers is de komende jaren hoog en de huidige arbeidsmarkt maakt werving uitdagend. Dit geldt ook voor het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. De mogelijke veranderende wet- en regelgeving werken door in de beschikbaarheid en inzetbaarheid van personeel. De brandweer streeft naar veilige, duurzame en gezonde inzetbaarheid van personeel.
Integratie van preventie en repressie
De brandweer blijft de Veiligheidsketen17 gebruiken om preventie en repressie te verbinden. Voorlichting, oriëntaties en gerichte oefeningen zijn hiervan een belangrijk onderdeel. We leren incidenten te voorkomen en maken onze inzet veiliger en efficiënter. Een instrument dat hiervoor gebruikt wordt is de COGO-app18, de verbinding vindt o.a. plaats in wijkgerichte projecten op kazernes en de aandachtsobjecten uit paragraat 4.3.2.
Verbreding en verdieping van de brandweerzorg
De regionale risico’s, omgeving en hulpvraag veranderen. Dit maakt dat de hulpverlening complexer wordt en vraagt meer specialisatie. Voorbeelden hiervan zijn branden in hoogbouw en ondergrondse gebouwen, gebruik van andere bouwmaterialen en -methoden en toename van medische assistentie door de brandweer (reanimaties). Ook neemt het aantal kwetsbare bewoners van de regio toe. De brandweer moet in staat zijn zich continu aan te passen en in te spelen op maatschappelijke behoeften en veranderende omstandigheden. De brandweer investeert in netwerken en versterkt haar omgevingssensitiviteit. Dit vraagt om een flexibele organisatie. De brandweer verbreedt en verdiept haar capaciteit voor de volgende taakgebieden:
- Complexe brandbestrijding
- Hulpverlening (inclusief het Quick Respons Team Brandweer).
- Incidentbestrijding gevaarlijke stoffen.
- Waterongevallen beheersing.
- Grootschalig en bijzonder optreden.
Slagkracht
Brandweer Amsterdam-Amstelland heeft voldoende slagkracht voor grootschalige incidenten. Aandachtspunten blijven langdurige inzet en het behoud van restdekking. Tegelijkertijd neemt de vraag naar (grootschalig) specialistisch optreden toe. De brandweer kan gebruik maken van bijstand uit omliggende regio’s, is deelnemer aan het Amsterdam Mutual Aid System (AMAS) in het Westelijk Havengebied van Amsterdam en participeert in de ontwikkeling van de landelijke Steunpunten voor grootschalig en specialistisch brandweeroptreden.
Continuering van bestaande verbetertrajecten
Bestaande innovaties en samenwerkingsverbanden worden voortgezet en versterkt. Voorbeelden hiervan zijn Uitruk Op Maat19, de Gezamenlijke Brandweer Amsterdam (GBA), vroegtijdige betrokkenheid bij gebiedsontwikkeling en -verdichting, interregionale operationele grenzen en het vormgeven van een Veiligheidscentrum op het Strandeiland in Amsterdam.
13 Handreiking Uniforme Systematiek voor Dekkingsplannen en Besluit veiligheidsregio’s (art. 3.2.1).
14 Normering Dekkingsplan 2022-2025.
15 Doorontwikkeling Grootschalig Brandweeroptreden Visie 2.0. Brandweer Nederland, 2018.
16 Rookmelders zijn sinds juli 2022 verplicht in de bouwregelgeving. Er zal niet actief op het plaatsen van rookmelders worden ingezet, maar als er geen rookmelder aanwezig is of de aanwezig rookmelder is defect, dan wordt een rookmelder geplaatst of vervangen.
17 De veiligheidsketen is een operationalisatie van het veiligheids- beleid, bestaande uit de ketens proactie, preventie, preparatie, repressie en nazorg.
18 Informatiesysteem waarmee de brandweer objectinformatie verzamelden beschikbaar kan stellen tijdens incidenten.
19 Wanneer het verantwoord kan, mag een veiligheidsregio afwijken van de standaard personele bezetting van zes personen op een tankautospuit (TS6). De tankautospuit rukt dan uit met een bevelvoerder, chauffeur en twee manschappen (TS4).